Corso di olandese: A1 principiante (programma)

A1.2.1: In een online conversatieles van coLanguage (In una lezione di conversazione online di coLanguage)

Capitolo: Je naam zeggen (Dire il tuo nome)
Modulo 1 (A1): Jezelf voorstellen (Presentarsi)

A1.3.1: Nieuw in Nederland! (Nuovo in Olanda!)

Capitolo: Waar kom je vandaan? (Di dove sei?)
Modulo 1 (A1): Jezelf voorstellen (Presentarsi)

A1.4.1: Tellen en getallen (Contare e numeri)

Capitolo: Cijfers en tellen (Numeri e conteggio)
Modulo 1 (A1): Jezelf voorstellen (Presentarsi)

A1.5.1: Familieroddels en koffieklets (Pettegolezzi di famiglia e chiacchierata al caffè)

Capitolo: Familie (Famiglia)
Modulo 1 (A1): Jezelf voorstellen (Presentarsi)

A1.5.2: Gebruik van praten, spreken, babbelen en kletsen (Uso di praten, spreken, babbelen e kletsen)

Tipo: Tradizioni, regioni e dialetti
Capitolo: Familie (Famiglia)
Modulo 1 (A1): Jezelf voorstellen (Presentarsi)

A1.6.1: Het verjaardagsfeest (La festa di compleanno)

Capitolo: Je leeftijd zeggen (Dire la tua età)
Modulo 1 (A1): Jezelf voorstellen (Presentarsi)

A1.7.1: In een bruin café in Leiden (In un caffè tipico a Leiden)

Capitolo: Beroepen en studies (Professioni e studi)
Modulo 1 (A1): Jezelf voorstellen (Presentarsi)

A1.8.1: Uitwisselen van contactgegevens na de les (Scambio di dati di contatto dopo la lezione)

Capitolo: Adres en contactgegevens (Indirizzo e recapiti)
Modulo 1 (A1): Jezelf voorstellen (Presentarsi)

A1.9.1: Werkschema in een ziekenhuis (Orario di lavoro in un ospedale)

Capitolo: Dagen van de week en dagdelen (Giorni della settimana e momenti della giornata)
Modulo 2 (A1): Van uren tot seizoenen (Dalle ore alle stagioni)

A1.10.1: Het weerbericht - een week in maart. (Il bollettino meteorologico - una settimana di marzo.)

Capitolo: Het weer (Il tempo)
Modulo 2 (A1): Van uren tot seizoenen (Dalle ore alle stagioni)

A1.12.1: Goede voornemens voor elk seizoen (Buoni propositi per ogni stagione)

Capitolo: Seizoenen, maanden en delen van het jaar (Stagioni, mesi e parti dell'anno)
Modulo 2 (A1): Van uren tot seizoenen (Dalle ore alle stagioni)

A1.13.1: Weekorganisatie (Organizzazione settimanale)

Capitolo: Hoe laat is het? De klok lezen. (Dire l'ora e leggere l'orologio)
Modulo 2 (A1): Van uren tot seizoenen (Dalle ore alle stagioni)

A1.14.1: Wij gaan naar huis met de feestdagen (Andiamo a casa per le feste)

Capitolo: Kalenderdata en feestdagen (Date di calendario e festività)
Modulo 2 (A1): Van uren tot seizoenen (Dalle ore alle stagioni)

A1.15.1: Wat eten we vandaag? (Cosa mangiamo oggi?)

Capitolo: Dagelijks eten (Cibo quotidiano)
Modulo 3 (A1): Dag tot dag (Ogni giorno)

A1.16.1: Een gewone dag (Un giorno normale)

Capitolo: Dagelijkse routines (Abitudini giornaliere)
Modulo 3 (A1): Dag tot dag (Ogni giorno)

A1.17.1: Huisgemaakte pannenkoeken met slagroom en fruit (Pancakes fatti in casa con panna montata e frutta)

Capitolo: Koken en bakken (Cucinare e cuocere al forno)
Modulo 3 (A1): Dag tot dag (Ogni giorno)

A1.18.1: Samen koken op een dinsdagavond (Cucinare insieme un martedì sera)

Capitolo: Dingen vragen (Chiedere cose)
Modulo 3 (A1): Dag tot dag (Ogni giorno)

A1.19.1: Op de Albert Cuypmarkt in Amsterdam (Al mercato Albert Cuyp di Amsterdam)

Capitolo: Prijzen en geld (Prezzi e soldi)
Modulo 3 (A1): Dag tot dag (Ogni giorno)

A1.20.1: Boodschappen doen voor het avondeten (Fare la spesa per la cena)

Capitolo: Boodschappen doen (Fare la spesa)
Modulo 3 (A1): Dag tot dag (Ogni giorno)

A1.21.1: Advies vragen in de kledingwinkel (Chiedere consiglio nel negozio di abbigliamento)

Capitolo: In de kledingwinkel (Al negozio d'abbigliamento)
Modulo 3 (A1): Dag tot dag (Ogni giorno)

A1.22.1: Fietsen over de Afsluitdijk (Pedalare sulla diga Afsluitdijk)

Capitolo: Lichaamsdelen (Parti del corpo)
Modulo 3 (A1): Dag tot dag (Ogni giorno)

A1.23.1: Zorgen over het uiterlijk (Preoccupazioni per l'aspetto)

Capitolo: Fysiek en uiterlijk (Aspetto fisico)
Modulo 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Descrivere oggetti e persone)

A1.24.1: Dagelijkse Outfit Kiezen (Scegliere l'Outfit Quotidiano)

Capitolo: Kleuren (Colori)
Modulo 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Descrivere oggetti e persone)

A1.25.1: Groepstherapie bij de koffiemachine (Terapia di gruppo alla macchina del caffè)

Capitolo: Emoties en gevoelens (Emozioni e sentimenti)
Modulo 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Descrivere oggetti e persone)

A1.26.1: Brochure voor het blotenvoetenpark (Brochure per il parco dei piedi nudi)

Capitolo: Zintuigen en waarnemen (Sensi e percezione)
Modulo 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Descrivere oggetti e persone)

A1.27.1: De Nederlandse gevels (Le facciate olandesi)

Tipo: Architettura
Capitolo: Vormen en figuren (Forme)
Modulo 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Descrivere oggetti e persone)

A1.28.1: Op zoek naar een nieuwe collega (Alla ricerca di un nuovo collega)

Capitolo: Karakter en persoonlijkheid (Carattere e personalità)
Modulo 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Descrivere oggetti e persone)

A1.29.1: Dagboek – Veranderen van werk? (Diario – Cambiare lavoro?)

Capitolo: Fysieke toestanden en sensaties (Stati e sensazioni fisiche)
Modulo 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Descrivere oggetti e persone)

A1.30.1: Ziek melden... of Elfstedentocht? (Dichiararsi malato... o Elfstedentocht?)

Capitolo: Ziekte en pijn (Malattia e dolori)
Modulo 4 (A1): Objecten en mensen beschrijven (Descrivere oggetti e persone)

A1.31.1: Te koop: prachtige nieuwbouwwoning (In vendita: splendida casa di nuova costruzione)

Capitolo: Ons huis (La nostra casa)
Modulo 5 (A1): Thuis (A casa)

A1.32.1: Texel, tiny house, dag 1. (Texel, casa piccola, giorno 1.)

Capitolo: Meubilair (Mobili)
Modulo 5 (A1): Thuis (A casa)

A1.35.1: Woning te huur in Almere (Casa in affitto ad Almere)

Capitolo: Huisvesting en accommodatie (Alloggio)
Modulo 5 (A1): Thuis (A casa)

A1.38.1: Een ochtend vol praktische zaken (Una mattina piena di affari pratici)

Capitolo: Dagelijkse diensten (Servizi quotidiani)
Modulo 6 (A1): De stad en het dorp (La città e il villaggio)

A1.39.1: Eten bestellen in het restaurant (Ordinare cibo al ristorante)

Capitolo: Eten bestellen en uit eten gaan (Ordinare cibo e uscire a cena)
Modulo 6 (A1): De stad en het dorp (La città e il villaggio)

A1.40.1: Sport je fit, sport je blij! (Lo sport è salute, lo sport è allegria!)

Capitolo: Sport en beweging (Sport ed esercizio fisico)
Modulo 6 (A1): De stad en het dorp (La città e il villaggio)

A1.40.2: Sporten in Gent (Sport a Gand)

Capitolo: Sport en beweging (Sport ed esercizio fisico)
Modulo 6 (A1): De stad en het dorp (La città e il villaggio)

A1.43.1: De weg vragen (Chiedere indicazioni)

Capitolo: Routebeschrijving vragen en geven (Chiedere e dare indicazioni)
Modulo 6 (A1): De stad en het dorp (La città e il villaggio)

A1.44.1: Een toffe vrijdag na een lange werkweek (Un bel venerdì dopo una lunga settimana di lavoro)

Capitolo: Vrijdagavond uit (Venerdì sera fuori)
Modulo 6 (A1): De stad en het dorp (La città e il villaggio)