Olandese A1.8.1 Scambio di dati di contatto dopo la lezione

Due studenti si incontrano e si scambiano i dati.

Dialoog: Uitwisselen van contactgegevens na de les

Twee studenten ontmoeten elkaar en wisselen hun gegevens uit.

Olandese A1.8.1 Scambio di dati di contatto dopo la lezione

A1 Olandese

Livello: A1

Modulo 1: Jezelf voorstellen (Presentarsi)

Lezione 8: Adres en contactgegevens (Indirizzo e recapiti)

Linee guida per l'insegnamento +/- 15 minuti

Audio e video

Audio
Audio
Audio con traduzioni

Conversazione

1. Mark: Hallo! Ik ben Mark. Hoe heet jij? (Ciao! Sono Mark. Come ti chiami?)
2. Sophie: Hoi Mark! Ik ben Sophie. Waar woon jij? (Ciao Mark! Sono Sophie. Dove abiti?)
3. Mark: Ik woon in de Plantsoenstraat, huisnummer 12. (Abito in via Plantsoen, numero 12.)
4. Sophie: Hier in Rotterdam ook? Wat is jouw postcode? (Anche qui a Rotterdam? Qual è il tuo codice postale?)
5. Mark: Even checken,.. Ik denk dat mijn postcode 1013 AB is. (Un attimo... Penso che il mio CAP sia 1013 AB.)
6. Sophie: Hé! Dat is dicht bij mij. Ik woon in de Kerkstraat, nummer 3. (Ehi! È vicino a me. Abito in via Kerkstraat, numero 3.)
7. Mark: Top! Mag ik jouw nummer? Wat is het voorvoegsel en waar kom je vandaan? (Ottimo! Posso avere il tuo numero? Qual è il prefisso e da dove vieni?)
8. Sophie: Mijn geboorteplaats is Aken, in Duitsland. De prefix is +49 en mijn nummer is 0049613264594. (La mia città natale è Aquisgrana, in Germania. Il prefisso è +49 e il mio numero è 0049613264594.)
9. Mark: Ik geef je ook mijn contact, mijn email is is mark@mail.com en je vindt me ook op instagram. (Ti do anche il mio contatto, la mia email è mark@mail.com e mi trovi anche su Instagram.)
10. Sophie: Dank je! Ik stuur je een e-mail met mijn lesnotities. Tot morgen in de les! (Grazie! Ti mando un’e-mail con i miei appunti delle lezioni. A domani in classe!)

Esercizio 1: Domande di discussione

Istruzione: Discutete le domande dopo aver ascoltato l'audio o letto il testo.

  1. Wat is het nummer van Sophie?
  2. Qual è il numero di Sophie?
  3. Wat is het volledige adres van Mark?
  4. Qual è l'indirizzo completo di Mark?
  5. Wat is jouw adres?
  6. Qual è il tuo indirizzo?
  7. Wat is jouw telefoonnummer?
  8. Qual è il tuo numero di telefono?

Esercizio 3: Ordina il testo

Istruzione: Numera le frasi nell'ordine corretto e leggile ad alta voce.

Mostra la traduzione
10
10 Dank je! Ik stuur je een e-mail met mijn lesnotities. Tot morgen in de les!
(Grazie! Ti mando un’e-mail con i miei appunti delle lezioni. A domani in classe!)
8
... Mijn geboorteplaats is Aken, in Duitsland. De prefix is +49 en mijn nummer is 0049613264594.
(La mia città natale è Aquisgrana, in Germania. Il prefisso è +49 e il mio numero è 0049613264594.)
5
... Even checken,.. Ik denk dat mijn postcode 1013 AB is.
(Un attimo... Penso che il mio CAP sia 1013 AB.)
4
... Hier in Rotterdam ook? Wat is jouw postcode?
(Anche qui a Rotterdam? Qual è il tuo codice postale?)
9
... Ik geef je ook mijn contact, mijn email is is mark@mail.com en je vindt me ook op instagram.
(Ti do anche il mio contatto, la mia email è mark@mail.com e mi trovi anche su Instagram.)
3
... Ik woon in de Plantsoenstraat, huisnummer 12.
(Abito in via Plantsoen, numero 12.)
6
... Hé! Dat is dicht bij mij. Ik woon in de Kerkstraat, nummer 3.
(Ehi! È vicino a me. Abito in via Kerkstraat, numero 3.)
7
... Top! Mag ik jouw nummer? Wat is het voorvoegsel en waar kom je vandaan?
(Ottimo! Posso avere il tuo numero? Qual è il prefisso e da dove vieni?)
1
1 Hallo! Ik ben Mark. Hoe heet jij?
(Ciao! Sono Mark. Come ti chiami?)
2
... Hoi Mark! Ik ben Sophie. Waar woon jij?
(Ciao Mark! Sono Sophie. Dove abiti?)