Olandese A1 modulo 3: Dag tot dag (Ogni giorno)

Questo è il modulo di apprendimento 3 di 6 del nostro programma di studio A1 olandese. Ogni modulo di apprendimento contiene da 6 a 8 capitoli.

Obiettivi di apprendimento:

  • Praat over je dagelijkse activiteiten. (Parla delle tue attività quotidiane.)
  • Basisvragen stellen. (Fare domande di base.)
  • Winkelen en kopen. (Fare acquisti e comprare.)

Grammatica

A1.15.2: Nevenschikkende voegwoorden (en, maar, of, want) (Congiunzioni coordinanti (en, maar, of, want))

Tipo: Congiunzione
Capitolo: Dagelijks eten (Cibo quotidiano)
Livello: A1

A1.17.1: Modale werkwoorden (moeten, kunnen, mogen) (Verbi modali (moeten, kunnen, mogen))

A1.18.1: De uitspraak van ui, ou, eu, oe (La pronuncia di ui, ou, eu, oe)

Tipo: Frasi/combinazione di parole
Capitolo: Dingen vragen (Chiedere cose)
Livello: A1

A1.19.2: Bijwoorden van hoeveelheid (veel, weinig, genoeg,...) (Avverbi di quantità (veel, weinig, genoeg,...))

Tipo: Avverbi
Capitolo: Prijzen en geld (Prezzi e soldi)
Livello: A1

A1.20.2: Uitspraak van 'e', 'ee' en 'e' (Pronuncia di 'e', 'ee' e 'e')

Tipo: Frasi/combinazione di parole
Capitolo: Boodschappen doen (Fare la spesa)
Livello: A1

A1.21.2: Persoonlijke voornaamwoorden: voorwerp (mij, jou, hem,...) (Pronomi personali: complemento oggetto (mij, jou, hem,...))

Tipo: Pronomi
Capitolo: In de kledingwinkel (Al negozio d'abbigliamento)
Livello: A1