Congiunzioni coordinanti (en, maar, of, want)

Le congiunzioni come 'en', 'maar', 'of' collegano parole o frasi.

Grammatica: Nevenschikkende voegwoorden (en, maar, of, want)

A1 Olandese Congiunzioni

Livello: A1

Modulo 3: Dag tot dag (Ogni giorno)

Lezione 15: Dagelijks eten (Cibo quotidiano)

Linee guida per l'insegnamento +/- 15 minuti

Audio e video

Audio con traduzioni
Audio con traduzioni

  1. Una congiunzione può trovarsi tra due parti uguali della frase.
VoegwoordGebruikVoorbeeld
EnVoegt twee delen samen (Unisci due parti)Ik eet brood en kaas.
MaarTegenstelling (Contrasto)Ik wil soep, maar ik heb geen lepel.
OfKeuze (Scelta)Wil je thee of koffie?
WantReden (Parlare)Ik eet soep, want het is koud.

Esercizio 1: Nevenschikkende voegwoorden (en, maar, of, want)

Istruzione: Inserisci la parola corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

of, maar, en, want

1.
Hij heeft honger, ... hij heeft niet ontbeten.
(Ha fame, perché non ha fatto colazione.)
2.
Hij drinkt koffie, ... zonder suiker.
(Lui beve caffè, ma senza zucchero.)
3.
Wil je rijst ... aardappelen?
(Vuoi riso o patate?)
4.
Zij koopt een jas, ... het is koud.
(Lei compra un cappotto perché fa freddo.)
5.
Ik lees een boek ... luister naar muziek.
(Leggo un libro e ascolto musica.)
6.
Ik eet graag brood ... kaas.
(Mi piace mangiare pane e formaggio.)
7.
Ik drink thee, ... ik lust geen koffie.
(Bevo tè, perché non mi piace il caffè.)

Esercizio 2: Tradurre e usare in una frase

Istruzione: Scegli una parola, traducila e usala in una frase o dialogo.

1

of


Vuoi riso oppure patate?

2

want


perché

3

en


e

4

maar


ma