10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Zingen (cantare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di zingen (cantare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Zingen (cantare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 6: De stad en het dorp (La città e il villaggio)

Lezione 45: Muziek en kunst (Musica e arte)

Infinitief Voltooid deelwoord
Zingen (Cantare) Gezongen (Cantato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) zing io canto
(jij) zingt/zingt tu canti
(hij/zij/het) zingt lui/lei/esso canta
(wij) zingen noi cantiamo
(jullie) zingen voi cantate
(zij) zingen loro cantano

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) zong io cantai
(jij) zong tu cantasti
(hij/zij/het) zong lui/lei/esso cantò
(wij) zongen noi cantammo
(jullie) zongen voi cantaste
(zij) zongen loro cantarono

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gezongen io ho cantato
(jij) hebt gezongen tu hai cantato
(hij/zij/het) heeft gezongen lui/lei/esso ha cantato
(wij) hebben gezongen noi abbiamo cantato
(jullie) hebben gezongen voi avete cantato
(zij) hebben gezongen loro hanno cantato

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gezongen io ho cantato
(jij) hebt gezongen tu hai cantato
(hij/zij/het) heeft gezongen lui/lei/esso ha cantato
(wij) hebben gezongen noi abbiamo cantato
(jullie) hebben gezongen voi avete cantato
(zij) hebben gezongen loro hanno cantato

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
ik zal zingen io canterò
jij zult zingen / zal jij zingen tu canterai / canterai tu
(hij/zij/het) hij zal zingen lui canterà
wij zullen zingen noi canteremo
jullie zullen zingen voi canterete
zij zullen zingen essi canteranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal gezongen hebben io avrò cantato
(jij) zult gezongen hebben/zal gezongen hebben tu avrai cantato
(hij/zij/het) zal gezongen hebben lui/lei/esso avrà cantato
(wij) zullen gezongen hebben noi avremo cantato
(jullie) zullen gezongen hebben voi avrete cantato
(zij) zullen gezongen hebben loro avranno cantato
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
(ik) zou zingen io canterei
(jij) zou zingen tu canteresti
(hij/zij/het) zou zingen lui/lei/esso canterebbe
(wij) zouden zingen noi canteremmo
(jullie) zouden zingen voi cantereste
(zij) zouden zingen loro canterebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
(ik) zou gezongen hebben io avrei cantato
(jij) zou gezongen hebben tu avresti cantato
(hij/zij/het) zou gezongen hebben lui/lei/esso avrebbe cantato
(wij) zouden gezongen hebben noi avremmo cantato
(jullie) zouden gezongen hebben voi avreste cantato
(zij) zouden gezongen hebben loro avrebbero cantato
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Zing! Canta