Vragen (chiedere) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

 Vragen (chiedere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Vragen - Coniugazione di Chiedere in olandese: Tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel presente continuo, tempo dell'indicativo. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Vragen (chiedere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Dingen vragen (Chiedere cose)

Coniugazione di chiedere al tempo presente

Olandese Italiano
ik vraag io chiedo
jij vraagt tu chiedi
hij/zij/het vraagt lui/lei chiede
wij vragen noi chiediamo
jullie vragen voi chiedete
zij vragen loro chiedono

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik vraag wanneer het begint. Chiedo quando inizia.
Jij vraagt hoeveel het kost. Tu chiedi quanto costa.
Hij vraagt waarheen we gaan. Chiede dove stiamo andando.
Wij vragen wat het antwoord is. Chiediamo quale sia la risposta.
Jullie vragen waarom hij niet komt. Chiedete perché non viene.
Zij vragen hoe laat het is. Chiedono che ora è.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

vragen, vraag, vraagt

1.
Jij ... hoeveel het kost.
(Tu chiedi quanto costa.)
2.
Ik ... wanneer het begint.
(Chiedo quando inizia.)
3.
Zij ... hoe laat het is.
(Chiedono che ora è.)
4.
Jullie ... waarom hij niet komt.
(Chiedete perché non viene.)
5.
Wij ... wat het antwoord is.
(Chiediamo quale sia la risposta.)
6.
Hij ... waarheen we gaan.
(Chiede dove stiamo andando.)