Vragen (chiedere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi Condividi Copiato!

Coniugazione di vragen (chiedere) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 3: Dag tot dag (Ogni giorno)

Lezione 18: Dingen vragen (Chiedere cose)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Vragen (Chiedere)	Gevraagd (richiesto)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Olandese	Italiano
ik heb gevraagd	ho chiesto
jij hebt gevraagd/heb je gevraagd	tu hai chiesto/hai chiesto
hij/zij/het heeft gevraagd	lui/lei/esso ha chiesto
wij hebben gevraagd	noi abbiamo chiesto
jullie hebben gevraagd	avete chiesto
zij hebben gevraagd	loro hanno chiesto

Olandese	Italiano
ik zal gevraagd hebben	avrò chiesto
jij zult gevraagd hebben	tu avrai chiesto
hij/zij/het zal gevraagd hebben	lui/lei/esso avrà chiesto
wij zullen gevraagd hebben	noi avremo chiesto
jullie zullen gevraagd hebben	voi avreste chiesto
zij zullen gevraagd hebben	Loro avranno chiesto

Olandese	Italiano
ik zal gevraagd hebben	avrò chiesto
jij zult/zal gevraagd hebben	tu avrai chiesto
hij/zij/het zal gevraagd hebben	lui/lei/esso avrà chiesto
wij zullen gevraagd hebben	noi avremo chiesto
jullie zullen gevraagd hebben	voi avrete chiesto
zij zullen gevraagd hebben	loro avranno chiesto

Conditionele wijs

Olandese	Italiano
ik zou gevraagd hebben	avrei chiesto
jij zou gevraagd hebben	tu avresti chiesto
hij/zij/het zou gevraagd hebben	lui/lei/esso avrebbe chiesto
wij zouden gevraagd hebben	noi avremmo chiesto
jullie zouden gevraagd hebben	voi avreste chiesto
zij zouden gevraagd hebben	loro avrebbero chiesto

Imperatief (gebiedende wijs)

Olandese	Italiano
Vraag!	Chiedi