Vertrekken (partire) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

 Vertrekken (partire) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Vertrekken - Coniugazione di Partire in olandese: Tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel presente continuo, modo indicativo (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Vertrekken (partire) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Hoe laat is het? De klok lezen. (Dire l'ora e leggere l'orologio)

Coniugazione di partire nel tempo presente

Olandese Italiano
ik vertrek io parto
jij vertrekt tu parti
hij/zij/het vertrekt lui/lei parte
wij vertrekken noi partiamo
jullie vertrekken voi partite
zij vertrekken loro partono

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik vertrek om stipt acht uur. Parto alle otto in punto.
Jij vertrekt om kwart over zeven. Parti alle sette e un quarto.
Hij vertrekt altijd vroeg in de ochtend. Parte sempre presto la mattina.
Wij vertrekken om vijf over half drie. Partiamo alle due e trentacinque.
Jullie vertrekken na de middag. Partite dopo mezzogiorno.
Zij vertrekken om middernacht. Partono a mezzanotte.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

vertrekt, vertrekken, vertrek

1.
Jij ... om kwart over zeven.
(Parti alle sette e un quarto.)
2.
Jullie ... na de middag.
(Partite dopo mezzogiorno.)
3.
Zij ... om middernacht.
(Partono a mezzanotte.)
4.
Wij ... om vijf over half drie.
(Partiamo alle due e trentacinque.)
5.
Hij ... altijd vroeg in de ochtend.
(Parte sempre presto la mattina.)
6.
Ik ... om stipt acht uur.
(Parto alle otto in punto.)