Vertrekken (partire) - Coniugazione dei verbi ed esercizi Condividi Copiato!

Coniugazione di vertrekken (partire) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 2: Van uren tot seizoenen (Dalle ore alle stagioni)

Lezione 13: Hoe laat is het? De klok lezen. (Dire l'ora e leggere l'orologio)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Vertrekken (Partire)	Vertrokken (Partito)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Olandese	Italiano
ik zal vertrokken zijn	Sarò partito
jij zult/zal vertrokken zijn	tu sarai partito
hij/zij/het zal vertrokken zijn	Lui/lei/esso sarà partito/a
wij zullen vertrokken zijn	noi saremo partiti
jullie zullen vertrokken zijn	voi sarete partiti
zij zullen vertrokken zijn	Loro saranno partiti

Olandese	Italiano
ik zal vertrokken zijn	Io sarò partito
jij zult/zal vertrokken zijn	tu sarai partito
hij/zij/het zal vertrokken zijn	lui/lei sarà partito
wij zullen vertrokken zijn	noi saremo partiti
jullie zullen vertrokken zijn	voi sarete partiti
zij zullen vertrokken zijn	loro saranno partiti

Conditionele wijs

Olandese	Italiano
ik zou vertrokken zijn	Sarei partito
jij zou vertrokken zijn	tu saresti partito
hij/zij/het zou vertrokken zijn	lui/lei sarebbe partito/a
wij zouden vertrokken zijn	saremmo partiti
jullie zouden vertrokken zijn	voi sareste partiti
zij zouden vertrokken zijn	loro partirebbero

Olandese	Italiano
ik zou vertrokken zijn	Sarei partito
jij zou vertrokken zijn	tu saresti partito
hij/zij/het zou vertrokken zijn	lui/lei sarebbe partito/a
wij zouden vertrokken zijn	saremmo partiti
jullie zouden vertrokken zijn	voi sareste partiti
zij zouden vertrokken zijn	loro sarebbero partiti

Imperatief (gebiedende wijs)

Olandese	Italiano
Vertrek!	parti