Stoppen (fermare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi Condividi Copiato!

Coniugazione di stoppen (fermare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 6: De stad en het dorp (La città e il villaggio)

Lezione 43: Routebeschrijving vragen en geven (Chiedere e dare indicazioni)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Stoppen (Fermare)	Gestopt (fermato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Olandese	Italiano
ik ben gestopt	io ho fermato
jij bent gestopt / ben jij gestopt	tu sei fermato / sei fermato
(hij/zij/het) hij is gestopt	lui ha fermato
wij zijn gestopt	noi abbiamo fermato
jullie zijn gestopt	voi avete fermato
zij zijn gestopt	loro hanno fermato

Olandese	Italiano
(ik) ben gestopt	io ho fermato
(jij) bent gestopt / bent gestopt?	tu sei fermato
(hij/zij/het) is gestopt	lui/lei/esso ha fermato
(wij) zijn gestopt	noi abbiamo fermato
(jullie) zijn gestopt	voi avete fermato
(zij) zijn gestopt	loro hanno fermato

Olandese	Italiano
(ik) zal stoppen / zal zijn gestopt	io fermerò / sarò fermato
(jij) zal stoppen / zal zijn gestopt	tu smetterai / sarai smesso
(hij/zij/het) zal stoppen / zal zijn gestopt	lui/lei/esso fermerà / avrà fermato
(wij) zullen stoppen / zullen zijn gestopt	noi fermeremo / saremo fermati
(jullie) zullen stoppen / zullen zijn gestopt	voi fermerete / sarete fermati
(zij) zullen stoppen / zullen zijn gestopt	loro fermeranno / saranno fermati

Olandese	Italiano
(ik) zal gestopt zijn	io sarò fermato
(jij) zal gestopt zijn / zul gestopt zijn	tu sarai fermato
(hij/zij/het) zal gestopt zijn	lui/lei/esso avrà fermato
(wij) zullen gestopt zijn	noi saremo fermati
(jullie) zullen gestopt zijn	voi avrete fermato
(zij) zullen gestopt zijn	loro avranno fermato

Conditionele wijs

Imperatief (gebiedende wijs)

Olandese	Italiano
Stop!	ferma