Snijden (tagliare) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

 Snijden (tagliare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Snijden - Coniugazione di Tagliare in olandese: Tabella di coniugazione, esempi ed esercizi al presente continuo, modo indicativo. (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Snijden (tagliare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Koken en bakken (Cucinare e cuocere al forno)

Coniugazione di tagliare al presente indicativo

Olandese Italiano
(ik) snijd io taglio
(jij) snijdt/snij tu tagli/tagli
(hij/zij/het) snijdt lui/lei/esso taglia
(wij) snijden noi tagliamo
(jullie) snijden voi tagliate
(zij) snijden loro tagliano

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik snijd het brood met het mes. Taglio il pane con il coltello.
Snijd jij het vlees voor op het bord? Tagli tu la carne sul piatto?
Hij snijdt de tomaat voor de salade. Lui taglia il pomodoro per l'insalata.
Wij snijden groenten voor de soep. Tagliamo le verdure per la zuppa.
Jullie snijden het brood voor het ontbijt. Voi tagliate il pane per la colazione.
Zij snijden het vlees voor gasten. Loro tagliano la carne per gli ospiti.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

snijdt, snijd, snijden, snij

1.
Jullie ... het brood voor het ontbijt.
(Voi tagliate il pane per la colazione.)
2.
Hij ... de tomaat voor de salade.
(Lui taglia il pomodoro per l'insalata.)
3.
...d jij het vlees voor op het bord?
(Tagli tu la carne sul piatto?)
4.
Zij ... het vlees voor gasten.
(Loro tagliano la carne per gli ospiti.)
5.
Ik ... het brood met het mes.
(Taglio il pane con il coltello.)
6.
Wij ... groenten voor de soep.
(Tagliamo le verdure per la zuppa.)