Rusten (riposo) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di rusten (riposo) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

 Rusten (riposo) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 4: Objecten en mensen beschrijven (Descrivere oggetti e persone)

Lezione 29: Fysieke toestanden en sensaties (Stati e sensazioni fisiche)

Infinitief Voltooid deelwoord
Rusten (Riposo) Gerust (riposato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) rust io riposo
(jij) rust/ruist tu riposi / fai riposo
(hij/zij/het) rust lui/lei/esso riposa
(wij) rusten noi riposiamo
(jullie) rusten voi riposate
(zij) rusten loro riposano

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) rustte io riposavo
(jij) rustte tu riposavi
(hij/zij/het) rustte lui/lei/esso riposava
(wij) rustten noi riposavamo
(jullie) rustten voi riposavate
(zij) rustten loro riposavano

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gerust io ho riposato
(jij) hebt/heb gerust tu hai riposato
(hij/zij/het) heeft gerust lui/lei/esso ha riposato
(wij) hebben gerust noi abbiamo riposato
(jullie) hebben gerust voi avete riposato
(zij) hebben gerust loro hanno riposato

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gerust io ho riposato
(jij) hebt gerust tu hai riposato
(hij/zij/het) heeft gerust lui/lei/esso ha riposato
(wij) hebben gerust noi abbiamo riposato
(jullie) hebben gerust voi avete riposato
(zij) hebben gerust loro hanno riposato

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal gerust hebben io riposerò
(jij) zult/zal gerust hebben tu avrai sicuramente riposato
(hij/zij/het) zal gerust hebben lui/lei/esso riposerà
(wij) zullen gerust hebben noi riposeremo
(jullie) zullen gerust hebben voi vi riposerete
(zij) zullen gerust hebben loro riposeranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal/zou gerust hebben io riposerò/riposerei
(jij) zal/zou gerust hebben tu avrai riposato/tu riposeresti
(hij/zij/het) zal/zou gerust hebben lui/lei/esso avrà riposato
(wij) zullen/zouden gerust hebben noi avremo riposato
(jullie) zullen/zouden gerust hebben voi riposerete/avreste riposato
(zij) zullen/zouden gerust hebben loro riposeranno/riposerebbero
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
ik zou rusten Io riposerei
jij zou rusten tu riposeresti
hij/zij/het zou rusten lui/lei riposerebbe
wij zouden rusten noi riposeremmo
jullie zouden rusten voi riposereste
zij zouden rusten Loro riposerebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
(ik) zou gerust hebben io riposerei
(jij) zou gerust hebben tu ti saresti riposato
(hij/zij/het) zou gerust hebben lui/lei/esso si sarebbe riposato
(wij) zouden gerust hebben noi ci saremmo riposati
(jullie) zouden gerust hebben voi riposereste
(zij) zouden gerust hebben loro avrebbero riposato
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Rust! riposati