Renoveren (ristrutturare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi Condividi Copiato!

Coniugazione di renoveren (ristrutturare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A2

Modulo 5: Dagelijks huishouden (Faccende domestiche quotidiane)

Lezione 29: Bij de makelaar (Dall'agente immobiliare)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Renoveren (ristrutturare)	Gerenoveerd (ristrutturato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Olandese	Italiano
ik heb gerenoveerd	ho ristrutturato
jij hebt gerenoveerd / heb jij gerenoveerd	tu hai ristrutturato / hai ristrutturato
hij/zij/het heeft gerenoveerd	lui/lei/esso ha ristrutturato
wij hebben gerenoveerd	noi abbiamo ristrutturato
jullie hebben gerenoveerd	voi avete ristrutturato
zij hebben gerenoveerd	loro hanno ristrutturato

Olandese	Italiano
(ik) heb gerenoveerd	ho ristrutturato
(jij) hebt gerenoveerd / hebt gerenoveerd?	tu hai ristrutturato
(hij/zij/het) heeft gerenoveerd	lui/lei/esso ha ristrutturato
(wij) hebben gerenoveerd	noi abbiamo ristrutturato
(jullie) hebben gerenoveerd	voi avete ristrutturato
(zij) hebben gerenoveerd	Loro hanno ristrutturato

Olandese	Italiano
(ik) zal renoveren	io ristrutturerò
(jij) zult renoveren / zul je renoveren	tu ristrutturerai
(hij/zij/het) zal renoveren	lui/lei/esso ristrutturerà
(wij) zullen renoveren	noi ristruttureremo
(jullie) zullen renoveren	voi ristrutturerete
(zij) zullen renoveren	loro ristruttureranno

Olandese	Italiano
(ik) zal gerenoveerd hebben	io avrò ristrutturato
(jij) zal gerenoveerd hebben / zul gerenoveerd hebben	tu avrai ristrutturato
(hij/zij/het) zal gerenoveerd hebben	lui/lei/esso avrà ristrutturato
(wij) zullen gerenoveerd hebben	noi avremo ristrutturato
(jullie) zullen gerenoveerd hebben	voi avrete ristrutturato
(zij) zullen gerenoveerd hebben	loro avranno ristrutturato

Conditionele wijs

Olandese	Italiano
ik zou renoveren	io ristrutturerei
jij zou renoveren	tu ristrutturaresti
hij/zij/het zou renoveren	lui/lei esso ristrutturerebbe
wij zouden renoveren	noi ristruttureremmo
jullie zouden renoveren	voi ristrutturereste
zij zouden renoveren	loro ristrutturerebbero

Olandese	Italiano
ik zou gerenoveerd hebben	io avrei ristrutturato
jij zou gerenoveerd hebben	tu avresti ristrutturato
hij/zij/het zou gerenoveerd hebben	lui/lei/esso avrebbe ristrutturato
wij zouden gerenoveerd hebben	noi avremmo ristrutturato
jullie zouden gerenoveerd hebben	voi avreste ristrutturato
zij zouden gerenoveerd hebben	loro avrebbero ristrutturato

Imperatief (gebiedende wijs)

Olandese	Italiano
Renoveer!	tu ristruttura