10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Reageren (rispondere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di reageren (rispondere) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Reageren (rispondere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A2

Modulo 2: Maatschappij en overheid (Società e governo)

Lezione 10: Heb je het nieuws gehoord? (Hai sentito la notizia?)

Infinitief Voltooid deelwoord
Reageren (rispondere) Gereageerd (ha risposto)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) reageer io rispondo
(jij) reageert/reageer tu rispondi
(hij/zij/het) reageert lui/lei/esso risponde
(wij) reageren noi rispondiamo
(jullie) reageren voi rispondete
(zij) reageren loro rispondono

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) reageerde io risposi
(jij) reageerde/reageerde tu rispondevi
(hij/zij/het) reageerde lui/lei/esso rispose
(wij) reageerden noi rispondemmo
(jullie) reageerden voi rispondevate
(zij) reageerden loro risposero

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gereageerd ho risposto
(jij) hebt gereageerd/heb gereageerd tu hai risposto/ho risposto
(hij/zij/het) heeft gereageerd lui/lei/esso ha risposto
(wij) hebben gereageerd noi abbiamo risposto
(jullie) hebben gereageerd voi avete risposto
(zij) hebben gereageerd loro hanno risposto

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gereageerd io ho risposto
(jij) hebt gereageerd/heb gereageerd tu hai risposto/ho risposto
(hij/zij/het) heeft gereageerd lui/lei/esso ha risposto
(wij) hebben gereageerd noi abbiamo risposto
(jullie) hebben gereageerd voi avete risposto
(zij) hebben gereageerd loro hanno risposto

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal reageren io risponderò
(jij) zult reageren / zal reageren tu risponderai
(hij/zij/het) zal reageren lui/lei/esso risponderà
(wij) zullen reageren noi risponderemo
(jullie) zullen reageren voi risponderete
(zij) zullen reageren loro risponderanno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal hebben gereageerd io avrò risposto
(jij) zal/zult hebben gereageerd tu avrai risposto
(hij/zij/het) zal hebben gereageerd lui/lei/esso avrà risposto
(wij) zullen hebben gereageerd noi avremo risposto
(jullie) zullen hebben gereageerd voi avrete risposto
(zij) zullen hebben gereageerd loro avranno risposto
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
ik zou gereageerd hebben io risponderei
jij zou gereageerd hebben tu risponderesti
hij/zij/het zou gereageerd hebben lui/lei/esso avrebbe risposto
wij zouden gereageerd hebben noi avremmo risposto
jullie zouden gereageerd hebben voi rispondereste
zij zouden gereageerd hebben loro risponderebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
(ik) zou gereageerd hebben io avrei risposto
(jij) zou gereageerd hebben tu avresti risposto
(hij/zij/het) zou gereageerd hebben lui/lei/esso avrebbe risposto
(wij) zouden gereageerd hebben noi avremmo risposto
(jullie) zouden gereageerd hebben voi avreste risposto
(zij) zouden gereageerd hebben loro avrebbero risposto
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Reageer! tu rispondi