10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Pakken (la pratica) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di pakken (la pratica) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Pakken (la pratica) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A2

Modulo 2: Maatschappij en overheid (Società e governo)

Lezione 9: Papierwerk en bureaucratie (Documenti e burocrazia)

Infinitief Voltooid deelwoord
Pakken (la pratica) Gepakt (preso)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) pak io prendo
(jij) pakt / pak tu prendi/prendi
(hij/zij/het) pakt lui/lei/esso prende la pratica
(wij) pakken noi pratichiamo
(jullie) pakken voi praticate
(zij) pakken loro la pratica

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) pakte io ho praticato
(jij) pakte/pakte tu hai praticato
(hij/zij/het) pakte lui/lei/esso prese la pratica
(wij) pakten noi facemmo la pratica
(jullie) pakten voi la praticavate
(zij) pakten loro praticarono

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gepakt io ho fatto la pratica
(jij) hebt gepakt / hebt gepakt tu hai preso
(hij/zij/het) heeft gepakt lui/lei/esso ha preso
(wij) hebben gepakt noi abbiamo praticato
(jullie) hebben gepakt voi avete la pratica
(zij) hebben gepakt loro hanno preso

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gepakt io ho fatto la pratica
(jij) hebt gepakt / hebt gepakt tu hai preso
(hij/zij/het) heeft gepakt lui/lei/esso ha preso
(wij) hebben gepakt noi abbiamo praticato
(jullie) hebben gepakt voi avete praticato
(zij) hebben gepakt loro hanno preso la pratica

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal pakken io prenderò la pratica
(jij) zal pakken / zul pakken tu prenderai
(hij/zij/het) zal pakken lui/lei/pratica
(wij) zullen pakken noi faremo la pratica
(jullie) zullen pakken voi la praticherete
(zij) zullen pakken loro la praticheranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal hebben gepakt io avrò preso
(jij) zal/zult hebben gepakt tu avrai preso
(hij/zij/het) zal hebben gepakt lui/lei/esso avrà preso
(wij) zullen hebben gepakt noi avremo preso
(jullie) zullen hebben gepakt voi avrete preso
(zij) zullen hebben gepakt loro avranno preso
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
(ik) zou pakken io praticarei
(jij) zou pakken tu la pratica
(hij/zij/het) zou pakken lui/lei/pratica
(wij) zouden pakken noi la praticheremmo
(jullie) zouden pakken voi pratichereste
(zij) zouden pakken loro la pratica

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
ik zou gepakt hebben io avrei fatto la pratica
jij zou gepakt hebben / zou je gepakt hebben tu avresti fatto la pratica / tu avresti fatto la pratica
(hij/zij/het) hij zou gepakt hebben / zij zou gepakt hebben / het zou gepakt hebben lui avrebbe praticato / lei avrebbe praticato / esso avrebbe praticato
wij zouden gepakt hebben noi avremmo preso
jullie zouden gepakt hebben voi avreste fatto la pratica
zij zouden gepakt hebben loro avrebbero preso la pratica
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Pak! tu prendi