Maken (fare) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

 Maken (fare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Maken - Coniugazione di Fare in olandese: tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel presente continuo, modo indicativo (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Maken (fare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Dagen van de week en dagdelen (Giorni della settimana e momenti della giornata)

Coniugazione di fare nel tempo presente

Olandese Italiano
ik maak io faccio
jij maakt tu fai
hij/zij/het maakt lui/lei/egli fa
wij maken noi facciamo
jullie maken voi fate
zij maken loro fanno

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik maak ontbijt 's ochtends vroeg. Preparo la colazione la mattina presto.
Jij maakt het huis schoon. Tu pulisci la casa.
Zij maakt een mooie tekening. Lei fa un bel disegno.
Wij maken plannen voor het weekend. Stiamo facendo progetti per il fine settimana.
Jullie maken de lunch op Maandag. Voi fate il pranzo il lunedì.
Zij maken nieuwe vrienden op school. Fanno nuovi amici a scuola.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

maken, maak, maakt

1.
Ik ontbijt 's ochtends vroeg.
(Preparo la colazione la mattina presto.)
2.
Jullie de lunch op maandag.
(Voi preparate il pranzo il lunedì.)
3.
Zij nieuwe vrienden op school.
(Fanno nuovi amici a scuola.)
4.
Wij plannen voor het weekend.
(Stiamo facendo progetti per il fine settimana.)
5.
Jij het huis schoon.
(Tu pulisci la casa.)
6.
Zij een mooie tekening.
(Lei fa un bel disegno.)