10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Leven (vivere) - Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Condizionale Presente, condizionale)

Leven (vivere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Leven - Coniugazione di vivere in olandese: tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel tempo condizionale presente, modo condizionale (Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs).

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Condizionale Presente, condizionale)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Leven (vivere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Huisvesting en accommodatie (Alloggio)

Coniugazione di vivere al condizionale presente

Olandese Italiano
ik zou leven io vivrei
jij zou leven / zou jij leven tu vivresti
(hij/zij/het) hij zou leven / zij zou leven / het zou leven lui vivrebbe / lei vivrebbe / esso vivrebbe
wij zouden leven noi vivremmo
jullie zouden leven voi vivreste
zij zouden leven loro vivrebbero

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik zou leven voor mijn gezin en onze toekomst. Vivrei per la mia famiglia e il nostro futuro.
Jij zou leven met een huisdier in het nieuwe huis. Vivresti con un animale domestico nella nuova casa.
Hij zou leven met zijn partner en drie kinderen. Vivrebbe con il suo partner e tre figli.
Wij zouden leven samen en een gezin stichten. Noi vivremmo insieme e fonderemmo una famiglia.
Jullie zouden leven in harmonie als koppel. Vivreste in armonia come coppia.
Zij zouden leven voor hun baby en tiener samen. Vivrebbero per il loro bambino e il loro adolescente insieme.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

zij zouden leven, hij, zou, leven, jij, zij, wij zouden leven, jullie zouden leven, ik zou leven

1.
... ... ... met ...n partner en drie kinderen.
(Vivrebbe con il suo partner e tre figli.)
2.
... samen en een gezin stichten.
(Noi vivremmo insieme e fonderemmo una famiglia.)
3.
... voor hun baby en tiener samen.
(Vivrebbero per il loro bambino e il loro adolescente insieme.)
4.
... ... ... met een huisdier in het nieuwe huis.
(Vivresti con un animale domestico nella nuova casa.)
5.
... voor mijn gezin en onze toekomst.
(Vivrei per la mia famiglia e il nostro futuro.)
6.
... in harmonie als koppel.
(Vivreste in armonia come coppia.)