Hydrateren (idratare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi Condividi Copiato!

Coniugazione di hydrateren (idratare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A2

Modulo 4: Levensstijl (Stile di vita)

Lezione 25: Gezonde voeding en gewoontes (Cibo e abitudini sane)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Hydrateren (idratare)	Gehydrateerd (idratato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Olandese	Italiano
(ik) hydrateerde	io idratai
(jij) hydrateerde/hydrateerde	tu hai idratato/tu idratasti
(hij/zij/het) hydrateerde	lui/lei/esso idratò
(wij) hydrateerden	noi idratammo
(jullie) hydrateerden	voi idratavate
(zij) hydrateerden	loro idratarono

Olandese	Italiano
(ik) heb gehydrateerd	io ho idratato
(jij) hebt gehydrateerd / hebt gehydrateerd?	tu hai idratato
(hij/zij/het) heeft gehydrateerd	lui/lei/esso ha idratato
(wij) hebben gehydrateerd	noi abbiamo idratato
(jullie) hebben gehydrateerd	voi avete idratato
(zij) hebben gehydrateerd	loro hanno idratato

Olandese	Italiano
(ik) heb gehydrateerd	io ho idratato
(jij) hebt gehydrateerd / hebt gehydrateerd?	tu hai idratato
(hij/zij/het) heeft gehydrateerd	lui/lei/esso ha idratato
(wij) hebben gehydrateerd	Noi abbiamo idratato
(jullie) hebben gehydrateerd	voi avete idratato
(zij) hebben gehydrateerd	loro hanno idratato

Olandese	Italiano
(ik) zal hydrateren	io idraterò
(jij) zal hydrateren / zult hydrateren	tu idraterai
(hij/zij/het) zal hydrateren	lui/lei/esso idraterà
(wij) zullen hydrateren	noi idrateremo
(jullie) zullen hydrateren	voi idraterete
(zij) zullen hydrateren	loro idrateranno

Olandese	Italiano
(ik) zal/héb gehydrateerd	io avrò idratato
(jij) zult/heb gehydrateerd	tu avrai idratato
(hij/zij/het) zal/heeft gehydrateerd	lui/lei/esso avrà idratato
(wij) zullen/hebben gehydrateerd	noi avremo idratato
(jullie) zullen/hebben gehydrateerd	voi avrete idratato
(zij) zullen/hebben gehydrateerd	loro avranno idratato

Conditionele wijs

Olandese	Italiano
(ik) zou gehydrateerd hebben	io mi idraterei
(jij) zou gehydrateerd hebben	tu ti saresti idratato
(hij/zij/het) zou gehydrateerd hebben	lui/lei/esso sarebbe idratato
(wij) zouden gehydrateerd hebben	noi saremmo idratati
(jullie) zouden gehydrateerd hebben	voi avreste idratato
(zij) zouden gehydrateerd hebben	essi avrebbero idratato

Olandese	Italiano
ik zou gehydrateerd hebben	io mi sarei idratato
jij zou gehydrateerd hebben	tu saresti stato idratato
hij/zij/het zou gehydrateerd hebben	lui/lei/esso sarebbe idratato
wij zouden gehydrateerd hebben	noi saremmo idratati
jullie zouden gehydrateerd hebben	voi avreste idratato
zij zouden gehydrateerd hebben	loro avrebbero idratato

Imperatief (gebiedende wijs)

Olandese	Italiano
Hydrateer!	tu idrata