10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Huren (affittare) - Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Condizionale Presente, condizionale)

Huren (affittare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Huren - Coniugazione di affittare in olandese: tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel tempo presente condizionale, modo condizionale (Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs).

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT), conditionele wijs (Condizionale Presente, condizionale)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Huren (affittare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Huisvesting en accommodatie (Alloggio)

Congiugazione di affittare al condizionale presente

Olandese Italiano
ik zou huren io affitterei
jij zou huren tu affitteresti
hij/zij/het zou huren lui/lei/esso affitterebbe
wij zouden huren noi affitteremmo
jullie zouden huren voi affittereste
zij zouden huren loro affitterebbero

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik zou een appartement huren in deze buurt. Affitterei un appartamento in questo quartiere.
Jij zou het huurcontract eerst goed moeten lezen. Dovresti leggere bene il contratto di affitto prima.
Hij zou de servicekosten willen weten voor het huren. Vorrebbe sapere i costi di servizio per affittare.
Wij zouden liever een gemeubileerd appartement huren. Preferiremmo affittare un appartamento arredato.
Jullie zouden met de makelaar het huurcontract ondertekenen. Dovreste firmare il contratto di affitto con l'agenzia immobiliare.
Zij zouden de huur betalen zodra het contract klaar is. Avrebbero pagato l'affitto non appena il contratto fosse pronto.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

zij, jullie, huren, zouden, jij, wij, hij, zou, het, ik

1.
... ... liever een gemeubileerd appartement ....
(Preferiremmo affittare un appartamento arredato.)
2.
... ... de huur betalen zodra het contract klaar is.
(Avrebbero pagato l'affitto non appena il contratto fosse pronto.)
3.
... ... met de makelaar het huurcontract ondertekenen.
(Dovreste firmare il contratto di affitto con l'agenzia immobiliare.)
4.
... ... een appartement ... in deze buurt.
(Affitterei un appartamento in questo quartiere.)
5.
... ... de servicekosten willen weten voor ... ....
(Vorrebbe sapere i costi di servizio per affittare.)
6.
... ... het huurcontract eerst goed moeten lezen.
(Dovresti leggere bene il contratto di affitto prima.)