Genieten (godere) - Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs (Futuro anteriore, indicativo)

 Genieten (godere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Genieten - Coniugazione di godere in olandese: tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel futuro anteriore, modo indicativo (Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs).

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk), aantonende wijs (Futuro anteriore, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Genieten (godere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Met pensioen gaan (In pensione)

Coniugazione di godere nel futuro semplice

Olandese Italiano
(ik) zal genieten / zal gaan genieten io godrò / godrò
(jij) zal genieten / zal gaan genieten tu godrai / tu starai per godere
(hij/zij/het) zal genieten / zal gaan genieten lui/lei/esso godrà
(wij) zullen genieten / zullen gaan genieten noi godremo / godremo
(jullie) zullen genieten / zullen gaan genieten voi godrete / voi comincerete a godere
(zij) zullen genieten / zullen gaan genieten loro godranno

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik zal binnenkort van mijn pensioen genieten. Presto godrò della mia pensione.
Jij zal waarschijnlijk van je vrije tijd genieten. Probabilmente ti godrai il tuo tempo libero.
Hij zal gaan genieten van het vrijwilligerswerk. Lui comincerà a godersi il lavoro volontario.
Wij zullen zeker genieten van de vrije tijd na het werk. Godremo sicuramente del tempo libero dopo il lavoro.
Jullie zullen genieten als jullie met pensioen gaan. Vi godrete quando andrete in pensione.
Zij zullen van het pensioen genieten zonder zich te vervelen. Godranno della pensione senza annoiarsi.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

genieten, gaan, zal, zullen

1.
Wij ... zeker ... van de vrije tijd na het werk.
(Godremo sicuramente del tempo libero dopo il lavoro.)
2.
Zij ... van het pensioen ... zonder zich te vervelen.
(Godranno della pensione senza annoiarsi.)
3.
Jullie ... ... als jullie met pensioen ....
(Vi godrete quando andrete in pensione.)
4.
Ik ... binnenkort van mijn pensioen ....
(Presto godrò della mia pensione.)
5.
Jij ... waarschijnlijk van je vrije tijd ....
(Probabilmente ti godrai il tuo tempo libero.)
6.
Hij ... ... ... van het vrijwilligerswerk.
(Lui comincerà a godersi il lavoro volontario.)