10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Dansen (ballare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di dansen (ballare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Dansen (ballare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 6: De stad en het dorp (La città e il villaggio)

Lezione 45: Muziek en kunst (Musica e arte)

Infinitief Voltooid deelwoord
Dansen (Ballare) Gedanst (Ballato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) dans io ballo
(jij) danst/dans jij tu balli/balli tu
(hij/zij/het) danst lui/lei/esso balla
(wij) dansen noi balliamo
(jullie) dansen voi ballate
(zij) dansen loro ballano

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) danste io ballai
(jij) danste tu ballasti
(hij/zij/het) danste lui/lei/esso ballò
(wij) dansten noi abbiamo ballato
(jullie) dansten voi ballaste
(zij) dansten loro ballavano

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gedanst io ho ballato
(jij) hebt/heb gedanst tu hai ballato
(hij/zij/het) heeft gedanst lui/lei/esso ha ballato
(wij) hebben gedanst noi abbiamo ballato
(jullie) hebben gedanst voi avete ballato
(zij) hebben gedanst loro hanno ballato

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gedanst io ho ballato
(jij) hebt gedanst tu hai ballato
(hij/zij/het) heeft gedanst lui/lei/esso ha ballato
(wij) hebben gedanst noi abbiamo ballato
(jullie) hebben gedanst voi avete ballato
(zij) hebben gedanst loro hanno ballato

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal dansen io ballerò
(jij) zal dansen / zult dansen tu ballerai / voi ballerete
(hij/zij/het) zal dansen lui/lei/esso ballerà
(wij) zullen dansen noi balleremo
(jullie) zullen dansen voi ballerete
(zij) zullen dansen loro balleranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal hebben gedanst io avrò ballato
(jij) zal hebben gedanst tu avrai ballato
(hij/zij/het) zal hebben gedanst lui/lei/esso avrà ballato
(wij) zullen hebben gedanst noi avremo ballato
(jullie) zullen hebben gedanst voi avrete ballato
(zij) zullen hebben gedanst loro avranno ballato
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
(ik) zou dansen io ballerei
(jij) zou dansen tu faresti ballare
(hij/zij/het) zou dansen lui/lei/esso ballerebbe
(wij) zouden dansen noi balleremmo
(jullie) zouden dansen voi ballereste
(zij) zouden dansen loro ballerebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
(ik) zou gedanst hebben io avrei ballato
(jij) zou gedanst hebben tu avresti ballato
(hij/zij/het) zou gedanst hebben lui/lei avrebbe ballato
(wij) zouden gedanst hebben noi avremmo ballato
(jullie) zouden gedanst hebben voi avreste ballato
(zij) zouden gedanst hebben loro avrebbero ballato
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Dans! balla