Bestellen (ordinare) - Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs (Passato prossimo, indicativo)

 Bestellen (ordinare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Bestellen - Coniugazione di Ordenare in olandese: tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel passato prossimo, modo indicativo (Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs).

Voltooid verleden tijd (VVT), aantonende wijs (Passato prossimo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Bestellen (ordinare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Eten bestellen en uit eten gaan (Ordinare cibo e uscire a cena)

Coniugazione di ordinare nel tempo passato prossimo

Olandese Italiano
(ik) heb besteld io ho ordinato
(jij) hebt besteld / hebt besteld tu hai ordinato / hai ordinato
(hij/zij/het) heeft besteld lui/lei/esso ha ordinato
(wij) hebben besteld noi abbiamo ordinato
(jullie) hebben besteld voi avete ordinato
(zij) hebben besteld loro hanno ordinato

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik heb het gerecht besteld bij de bar. Ho ordinato il piatto al bancone.
Jij hebt het drankje besteld in het restaurant. Hai ordinato la bevanda al ristorante.
Hij heeft het voorgerecht besteld voor het diner. Ha ordinato l'antipasto per la cena.
Wij hebben het hoofdgerecht besteld in de kantine. Abbiamo ordinato il piatto principale nella mensa.
Jullie hebben het nagerecht besteld na het eten. Avete ordinato il dessert dopo aver mangiato.
Zij hebben de menukaart besteld om te kiezen. Hanno ordinato il menù per scegliere.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

hebben, heeft, heb, hebt, besteld

1.
Wij ... het hoofdgerecht ... in de kantine.
(Abbiamo ordinato il piatto principale nella mensa.)
2.
Hij ... het voorgerecht ... voor het diner.
(Ha ordinato l'antipasto per la cena.)
3.
Ik ... het gerecht ... bij de bar.
(Ho ordinato il piatto al bancone.)
4.
Jij ... het drankje ... in het restaurant.
(Hai ordinato la bevanda al ristorante.)
5.
Zij ... de menukaart ... om te kiezen.
(Hanno ordinato il menù per scegliere.)
6.
Jullie ... het nagerecht ... na het eten.
(Avete ordinato il dessert dopo aver mangiato.)