10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Linee guida per l'insegnamento +/- 15 minuti

Audio e video

  1. I participi passati usati come aggettivi vengono declinati come gli altri aggettivi.
  2. Uso della doppia -t o -d a seconda della radice.
 LidwoordRegelVoorbeeld (Esempio)
Enkelvoudde
het		+e
+e		De bestelde taart (La torta ordinata)
Het geboekte hotel (L'hotel prenotato)
Meervoudde+eDe bereide gerechten (I piatti preparati)
Met 'een'bij de-woord
bij het-woord		+e
-		een gereserveerde tafel (un tavolo prenotato)
een geleend boek (un libro prestato)

Esercizio 1: Voltooide deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord

Istruzione: Inserisci la parola corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

geserveerde, bestelde, gedronken, gekookte, geboekte, geplande, gekozen, bereide

1. Plannen:
De ... reservering is bevestigd.
(La prenotazione pianificata è stata confermata.)
2. Drinken:
De ... koffie was te sterk.
(Il caffè bevuto era troppo forte.)
3. Kiezen:
Het ... hoofdgerecht was niet lekker.
(Il piatto principale scelto non era buono.)
4. Bestellen:
De ... taart is heerlijk.
(La torta ordinata è deliziosa.)
5. Boeken:
De ... tafel in het restaurant wordt voor ons klaargemaakt.
(Il tavolo prenotato nel ristorante viene preparato per noi.)
6. Koken:
Het ... gerecht is klaar om te eten.
(Il piatto cotto è pronto per essere mangiato.)
7. Bereiden:
De ... gerechten zijn lekker.
(I piatti preparati sono gustosi.)
8. Serveren:
Het ... drankje was koud.
(La bevanda servita era fredda.)

Esercizio 2: Scelta multipla

Istruzione: Scegli la soluzione corretta

1. Ik wil graag de _______ tafel voor twee personen.

(Vorrei il tavolo riservato per due persone.)

2. De _______ gerechten staan al op tafel.

(I piatti ordinati sono già sul tavolo.)

3. Kun je het _______ fruit op de menukaart aanwijzen?

(Puoi indicare la frutta secca nel menu?)

4. Ik wil graag het _______ zalmvoorgerecht proberen.

(Vorrei provare l'antipasto di salmone affumicato.)

5. We hebben de _______ tafel om zeven uur.

(Abbiamo prenotato il tavolo per le sette.)

6. De _______ bestelformulieren liggen bij de bar.

(I moduli d'ordine compilati si trovano al bar.)