10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Zijn (essere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di zijn (essere) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Zijn (essere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 1: Jezelf voorstellen (Presentarsi)

Lezione 1: Groeten en afscheid (Saluti e arrivederci)

Infinitief Voltooid deelwoord
Zijn (Essere) geweest (stato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) ben io sono
(jij) bent / ben tu sei / sono
(hij/zij/het) is lui/lei/esso è
(wij) zijn noi siamo
(jullie) zijn voi siete
(zij) zijn loro sono

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) was io ero
(jij) was / wa(e)r tu eri
(hij/zij/het) was lui/lei/esso era
(wij) waren noi eravamo
(jullie) waren voi eravate
(zij) waren loro erano

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) ben geweest io sono stato
(jij) bent geweest tu sei stato
(hij/zij/het) is geweest lui/lei/esso è stato
(wij) zijn geweest noi siamo stati
(jullie) zijn geweest voi siete stati
(zij) zijn geweest loro sono stati

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) ben geweest io sono stato
(jij) bent geweest tu sei stato
(hij/zij/het) is geweest lui/lei/esso è stato
(wij) zijn geweest noi siamo stati
(jullie) zijn geweest voi siete stati
(zij) zijn geweest loro sono stati

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal geweest zijn io sarò stato
(jij) zult/zal geweest zijn tu sarai stato
(hij/zij/het) zal geweest zijn lui/lei/esso sarà stato
(wij) zullen geweest zijn noi saremo stati
(jullie) zullen geweest zijn voi sarete stati
(zij) zullen geweest zijn essi saranno stati

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal/zou zijn geweest io sarò stato / io sarei stato
(jij) zult/zal/zou zijn geweest tu sarai stato
(hij/zij/het) zal/zou zijn geweest lui/lei/esso sarà stato
(wij) zullen/zouden zijn geweest noi saremo stati/ saremmo stati
(jullie) zullen/zouden zijn geweest voi sarete stati / voi sareste stati
(zij) zullen/zouden zijn geweest loro saranno stati
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
(ik) zou zijn io sarei
(jij) zou zijn tu saresti
(hij/zij/het) zou zijn lui/lei/esso sarebbe
(wij) zouden zijn noi saremmo
(jullie) zouden zijn voi sareste
(zij) zouden zijn loro sarebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
(ik) zou geweest zijn io sarei stato
(jij) zou geweest zijn tu saresti stato
(hij/zij/het) zou geweest zijn lui/lei/esso sarebbe stato
(wij) zouden geweest zijn noi saremmo stati
(jullie) zouden geweest zijn voi sareste stati
(zij) zouden geweest zijn loro sarebbero stati
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Wees! sii