Zien (vedere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di zien (vedere) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

 Zien (vedere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 4: Objecten en mensen beschrijven (Descrivere oggetti e persone)

Lezione 26: Zintuigen en waarnemen (Sensi e percezione)

Infinitief Voltooid deelwoord
Zien (vedere) gezien (visto)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) zie io vedo
(jij) ziet/zie tu vedi/vedi
(hij/zij/het) ziet lui/lei/esso vede
(wij) zien noi vediamo
(jullie) zien voi vedete
(zij) zien loro vedono

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) zag io vidi
(jij) zag / zagde tu vedevi
(hij/zij/het) zag lui/lei/esso vide
(wij) zagen noi vedevamo
(jullie) zagen voi vedevate
(zij) zagen loro videro

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gezien io ho visto
(jij) hebt/gezien tu hai visto
(hij/zij/het) heeft gezien lui/lei/esso ha visto
(wij) hebben gezien noi abbiamo visto
(jullie) hebben gezien voi avete visto
(zij) hebben gezien loro hanno visto

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gezien ho visto
(jij) hebt gezien tu hai visto
(hij/zij/het) heeft gezien lui/lei/esso ha visto
(wij) hebben gezien noi abbiamo visto
(jullie) hebben gezien voi avete visto
(zij) hebben gezien loro hanno visto

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal gezien hebben/zijn io avrò visto
(jij) zult/zal gezien hebben/zijn tu avrai visto
(hij/zij/het) zal gezien hebben/zijn lui/lei/esso avrà visto
(wij) zullen gezien hebben/zijn noi vedremo
(jullie) zullen gezien hebben/zijn voi vedrete
(zij) zullen gezien hebben/zijn loro avranno visto/sono visti

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal hebben gezien io avrò visto
(jij) zult/zal hebben gezien tu avrai visto
(hij/zij/het) zal hebben gezien lui/lei/esso avrà visto
(wij) zullen hebben gezien noi avremo visto
(jullie) zullen hebben gezien voi avrete visto
(zij) zullen hebben gezien essi avranno visto
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
(ik) zou zien io vedrei
(jij) zou zien tu vedresti
(hij/zij/het) zou zien lui/lei/esso vedrebbe
(wij) zouden zien noi vedremmo
(jullie) zouden zien voi vedreste
(zij) zouden zien loro vedrebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
(ik) zou gezien hebben io avrei visto
(jij) zou gezien hebben tu avresti visto
(hij/zij/het) zou gezien hebben lui/lei/esso avrebbe visto
(wij) zouden gezien hebben noi avremmo visto
(jullie) zouden gezien hebben voi avreste visto
(zij) zouden gezien hebben loro avrebbero visto
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Zie! Vedi!