Zich wassen (lavarsi) - Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Perfetto, indicativo)

 Zich wassen (lavarsi) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Zich wassen - Coniugazione di Lavarsi in olandese: tabella di coniugazione, esempi ed esercizi al tempo passato prossimo, modo indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs).

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Perfetto, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Zich wassen (lavarsi) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Dagelijkse routines (Abitudini giornaliere)

Coniugazione di lavarsi al passato prossimo

Olandese Italiano
ik heb me gewassen io mi sono lavato
jij hebt je gewassen / heb je je gewassen? tu ti sei lavato / ti sei lavato?
hij/zij/het heeft zich gewassen lui/lei/esso si è lavato
wij hebben ons gewassen noi ci siamo lavati
jullie hebben je gewassen voi vi siete lavati
zij hebben zich gewassen loro si sono lavati

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik heb me gewassen met de zeep vanmorgen. Mi sono lavato con il sapone questa mattina.
Jij hebt je gewassen voor het tandenpoetsen. Ti sei lavato prima di lavarti i denti.
Hij heeft zich gewassen met shampoo en gel. Si è lavato con shampoo e gel.
Wij hebben ons gewassen en daarna deodorant gebruikt. Ci siamo lavati e poi abbiamo usato il deodorante.
Jullie hebben je gewassen en de zeep gebruikt. Vi siete lavati e avete usato il sapone.
Zij hebben zich gewassen en de zalf goed ingesmeerd. Si sono lavati e si sono ben spalmati l'unguento.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

zich, gewassen, je, jullie hebben je gewassen, hij, zij hebben zich gewassen, heeft, jij, <strong>heb, wij hebben ons gewassen, ik heb me gewassen

1.
... met de zeep vanmorgen.
(Mi sono lavato con il sapone questa mattina.)
2.
... en de zeep gebruikt.
(Vi siete lavati e avete usato il sapone.)
3.
... ... ... ... met shampoo en gel.
(Si è lavato con shampoo e gel.)
4.
... en daarna deodorant gebruikt.
(Ci siamo lavati e poi abbiamo usato il deodorante.)
5.
... ...t ... ... voor het tandenpoetsen.
(Ti sei lavato prima di lavarti i denti.)
6.
... en de zalf goed ingesmeerd.
(Si sono lavati e si sono ben spalmati l'unguento.)