10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Zich voorstellen (presentarsi) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di zich voorstellen (presentarsi) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Zich voorstellen (presentarsi) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 1: Jezelf voorstellen (Presentarsi)

Lezione 2: Je naam zeggen (Dire il tuo nome)

Infinitief Voltooid deelwoord
Zich voorstellen (Presentarsi) zich voorgesteld (presentarsi)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) stel me voor io presento me stesso
(jij) stelt je voor / stel je voor tu ti presenti/ti presenti
(hij/zij/het) stelt zich voor lui/lei/esso si presenta
(wij) stellen ons voor noi ci presentiamo
(jullie) stellen je voor voi vi presentate
(zij) stellen zich voor loro si presentano

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) stelde me voor mi presentai
(jij) stelde je voor tu ti presentavi
(hij/zij/het) stelde zich voor lui/lei/esso si presentava
(wij) stelden ons voor ci presentavamo
(jullie) stelden je voor voi vi presentavate
(zij) stelden zich voor essi si presentarono

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) heb me voorgesteld mi sono presentato
(jij) hebt je voorgesteld tu ti sei presentato
(hij/zij/het) heeft zich voorgesteld lui/lei/esso si è presentato
(wij) hebben ons voorgesteld noi ci siamo presentati
(jullie) hebben je voorgesteld voi vi siete presentati
(zij) hebben zich voorgesteld loro si sono presentati

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) heb me voorgesteld mi sono presentato
(jij) hebt je voorgesteld tu ti sei presentato
(hij/zij/het) heeft zich voorgesteld lui/lei/esso si è presentato
(wij) hebben ons voorgesteld noi ci siamo presentati
(jullie) hebben je voorgesteld voi vi siete presentati
(zij) hebben zich voorgesteld loro si sono presentati

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal me hebben voorgesteld mi presenterò
(jij) zult/zal je hebben voorgesteld tu ti presenterai
(hij/zij/het) zal zich hebben voorgesteld lui/lei/esso si sarà presentato
(wij) zullen ons hebben voorgesteld noi ci presenteremo
(jullie) zullen je hebben voorgesteld voi vi sarete presentati
(zij) zullen zich hebben voorgesteld loro si saranno presentati

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal/zou mij hebben voorgesteld io mi sarò/mi sarei presentato
(jij) zult/zou jij je hebben voorgesteld tu ti sarai presentato/tu ti saresti presentato
(hij/zij/het) zal/zou zich hebben voorgesteld lui/lei/esso si sarà presentato
(wij) zullen/zouden ons hebben voorgesteld noi ci saremo presentati/noi ci saremmo presentati
(jullie) zullen/zouden je hebben voorgesteld voi vi sareste presentati
(zij) zullen/zouden zich hebben voorgesteld loro si saranno presentati
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
(ik) zou me voorstellen io mi presenterei
(jij) zou je voorstellen tu ti presenteresti
(hij/zij/het) zou zich voorstellen lui/lei/esso si presenterebbe
(wij) zouden ons voorstellen noi ci presenteremmo
(jullie) zouden je/jullie voorstellen voi vi presentereste
(zij) zouden zich voorstellen loro si presenterebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
(ik) zou mij hebben voorgesteld mi sarei presentato
(jij) zou je hebben voorgesteld tu ti saresti presentato
(hij/zij/het) zou zich hebben voorgesteld lui/lei/esso si sarebbe presentato
(wij) zouden ons hebben voorgesteld noi ci saremmo presentati
(jullie) zouden je hebben voorgesteld voi vi sareste presentati
(zij) zouden zich hebben voorgesteld loro si sarebbero presentati
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Stel me voor! Presentati!