Werken (lavorare) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

 Werken (lavorare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Werken - Coniugazione di lavorare in olandese: Tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel presente continuo, tempo del modo indicativo (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Werken (lavorare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Dagelijkse routines (Abitudini giornaliere)

Coniugazione di werken in Tempo presente (OTT)

Olandese Italiano
(ik) werk io lavoro
(jij) werkt/work tu lavori
(hij/zij/het) werkt lui/lei/esso lavora
(wij) werken noi lavoriamo
(jullie) werken voi lavorate
(zij) werken loro lavorano

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik werk als verpleger in het ziekenhuis. Lavoro come infermiere in ospedale.
Werk jij ook als journalist bij de krant? Lavori anche tu come giornalista al giornale?
De kok werkt vandaag in het restaurant. Lo cuoco lavora oggi nel ristorante.
Wij werken samen aan het project voor school. Lavoriamo insieme al progetto per la scuola.
Werken jullie bij de brandweer of politie? Lavorate nei vigili del fuoco o nella polizia?
Zij werken elke dag in het kantoor hier. Loro lavorano ogni giorno nell'ufficio qui.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

werk, werken, werkt

1.
Ik ... als verpleger in het ziekenhuis.
(Lavoro come infermiere in ospedale.)
2.
... jullie bij de brandweer of politie?
(Lavorate nei vigili del fuoco o nella polizia?)
3.
Zij ... elke dag in het kantoor hier.
(Loro lavorano ogni giorno nell'ufficio qui.)
4.
De kok ... vandaag in het restaurant.
(Lo cuoco lavora oggi nel ristorante.)
5.
Wij ... samen aan het project voor school.
(Lavoriamo insieme al progetto per la scuola.)