Vinden (trovare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi Condividi Copiato!

Coniugazione di vinden (trovare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 4: Objecten en mensen beschrijven (Descrivere oggetti e persone)

Lezione 24: Kleuren (Colori)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Vinden (Trovare)	Gevonden (Trovato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Olandese	Italiano
(ik) heb/zijn gevonden	io ho trovato
(jij) hebt/zijn gevonden	tu hai trovato
(hij/zij/het) heeft/zijn gevonden	lui/lei/esso ha trovato
(wij) hebben/zijn gevonden	noi abbiamo trovato
(jullie) hebben/zijn gevonden	voi avete trovato
(zij) hebben/zijn gevonden	loro hanno trovato

Olandese	Italiano
ik zal gevonden hebben	io avrò trovato
jij zal gevonden hebben / zul jij gevonden hebben	tu avrai trovato
hij/zij/het zal gevonden hebben	lui/lei/esso avrà trovato
wij zullen gevonden hebben	noi avremo trovato
jullie zullen gevonden hebben	voi avrete trovato
zij zullen gevonden hebben	loro avranno trovato

Olandese	Italiano
(ik) zal hebben gevonden	io avrò trovato
(jij) zal hebben gevonden	tu avrai trovato
(hij/zij/het) zal hebben gevonden	lui/lei/esso avrà trovato
(wij) zullen hebben gevonden	noi avremo trovato
(jullie) zullen hebben gevonden	voi avrete trovato
(zij) zullen hebben gevonden	loro avranno trovato

Conditionele wijs

Olandese	Italiano
(ik) zou gevonden hebben	io avrei trovato
(jij) zou gevonden hebben	tu avresti trovato
(hij/zij/het) zou gevonden hebben	lui/lei/esso avrebbe trovato
(wij) zouden gevonden hebben	noi avremmo trovato
(jullie) zouden gevonden hebben	voi avreste trovato
(zij) zouden gevonden hebben	loro avrebbero trovato

Imperatief (gebiedende wijs)

Olandese	Italiano
Vind!	Trova!