Verkopen (vendere) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

 Verkopen (vendere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Verkopen - Congiugazione di Vendere in olandese: Tabella di coniugazione, esempi ed esercizi al presente continuo, modo indicativo (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Verkopen (vendere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Prijzen en geld (Prezzi e soldi)

Coniugazione di vendere nel tempo presente

Olandese Italiano
ik verkoop io vendo
jij verkoopt tu vendi
hij/zij/het verkoopt Egli/ella/esso vende
wij verkopen noi vendiamo
jullie verkopen voi vendete
zij verkopen loro vendono

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik verkoop mijn fiets goedkoop. Vendo la mia bicicletta a buon mercato.
Verkoop jij het contant? Lo vendi in contanti?
Hij verkoopt appels in de winkel. Vende mele nel negozio.
Wij verkopen niets op zondag. Non vendiamo niente la domenica.
Verkopen jullie met korting? Vendete con lo sconto?
Zij verkopen kaarten voor de show. Vendono biglietti per lo spettacolo.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

verkoop, verkoopt, verkopen

1.
... jullie met korting?
(Vendete con lo sconto?)
2.
Wij ... niets op zondag.
(Non vendiamo niente la domenica.)
3.
Ik ... mijn fiets goedkoop.
(Vendo la mia bicicletta a buon mercato.)
4.
Zij ... kaarten voor de show.
(Vendono biglietti per lo spettacolo.)
5.
Hij ... appels in de winkel.
(Vende mele nel negozio.)