10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Verhuren (affittare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di verhuren (affittare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Verhuren (affittare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A2

Modulo 1: Reizen: op avontuur! (Viaggiare: nella natura!)

Lezione 5: Transport huren (Noleggia il tuo mezzo di trasporto)

Infinitief Voltooid deelwoord
Verhuren (Affittare) Verhuurd (affittato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) verhuur io affitto
(jij) verhuurt/verhuur tu affitti
(hij/zij/het) verhuurt lui/lei/esso affitta
(wij) verhuren noi affittiamo
(jullie) verhuren voi affittate
(zij) verhuren loro affittano

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) verhuurde io affittavo
(jij) verhuurde/verhuurde tu affittavi
(hij/zij/het) verhuurde lui/lei/esso affittava
(wij) verhuurden noi affittavamo
(jullie) verhuurden voi affittaste
(zij) verhuurden loro affittarono

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) heb verhuurd ho affittato
(jij) hebt verhuurd/hebt verhuurd tu hai affittato
(hij/zij/het) heeft verhuurd lui/lei/esso ha affittato
(wij) hebben verhuurd noi abbiamo affittato
(jullie) hebben verhuurd voi avete affittato
(zij) hebben verhuurd loro hanno affittato

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) heb verhuurd Io ho affittato
(jij) hebt verhuurd / hebt verhuurd hai affittato
(hij/zij/het) heeft verhuurd lui/lei/esso ha affittato
(wij) hebben verhuurd noi abbiamo affittato
(jullie) hebben verhuurd voi avete affittato
(zij) hebben verhuurd loro hanno affittato

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
ik zal verhuren io affitterò
jij zult verhuren / zal je verhuren tu affitterai
(hij/zij/het) hij zal verhuren lui affitterà
wij zullen verhuren noi affitteremo
jullie zullen verhuren voi affitterete
zij zullen verhuren loro affitteranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal hebben verhuurd io avrò affittato
(jij) zal hebben verhuurd / zul hebt verhuurd tu avrai affittato / tu hai affittato
(hij/zij/het) zal hebben verhuurd lui/lei/esso avrà affittato
(wij) zullen hebben verhuurd noi avremo affittato
(jullie) zullen hebben verhuurd voi avrete affittato
(zij) zullen hebben verhuurd loro avranno affittato
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
(ik) zou verhuren io affitterei
(jij) zou verhuren tu affitteresti
(hij/zij/het) zou verhuren lui/lei/esso affitterebbe
(wij) zouden verhuren noi affitteremmo
(jullie) zouden verhuren voi affittereste
(zij) zouden verhuren loro affitterebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
ik zou verhuurd hebben avrei affittato
jij zou verhuurd hebben tu avresti affittato
hij/zij/het zou verhuurd hebben lui/lei/esso avrebbe affittato
wij zouden verhuurd hebben noi avremmo affittato
jullie zouden verhuurd hebben voi avreste affittato
zij zouden verhuurd hebben loro avrebbero affittato
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Verhuur! affitta