10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Uitnodigen (invitare) - Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Perfetto, indicativo)

Uitnodigen (invitare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Uitnodigen - Coniugazione di invitare in olandese: tabella di coniugazione, esempi ed esercizi al tempo presente perfetto, modo indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs).

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Perfetto, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Uitnodigen (invitare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Vrienden bezoeken (Visitando gli amici)

Coniugazione di invitare al passato prossimo

Olandese Italiano
(ik) heb uitgenodigd io ho invitato
(jij) hebt uitgenodigd / hebt uitgenodigd tu hai invitato
(hij/zij/het) heeft uitgenodigd lui/lei/esso ha invitato
(wij) hebben uitgenodigd noi abbiamo invitato
(jullie) hebben uitgenodigd voi avete invitato
(zij) hebben uitgenodigd loro hanno invitato

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik heb de werkzoekende uitgenodigd voor het gesprek. Ho invitato il disoccupato al colloquio.
Jij hebt de sollicitant uitgenodigd op de afdeling. Hai invitato il candidato al reparto.
Hij heeft de kennis uitgenodigd voor het overleg. Ha invitato il conoscitore alla riunione.
Wij hebben de kandidaat uitgenodigd voor een interview. Abbiamo invitato il candidato a un colloquio.
Jullie hebben de personeelszaken uitgenodigd vandaag. Avete invitato il personale oggi.
Zij hebben alle geselecteerden uitgenodigd voor het contract. Hanno invitato tutti i selezionati per il contratto.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

uitgenodigd, hebt, heb, hebben, heeft

1.
Hij ... de kennis ... voor het overleg.
(Ha invitato il conoscitore alla riunione.)
2.
Wij ... de kandidaat ... voor een interview.
(Abbiamo invitato il candidato a un colloquio.)
3.
Zij ... alle geselecteerden ... voor het contract.
(Hanno invitato tutti i selezionati per il contratto.)
4.
Jij ... de sollicitant ... op de afdeling.
(Hai invitato il candidato al reparto.)
5.
Ik ... de werkzoekende ... voor het gesprek.
(Ho invitato il disoccupato al colloquio.)
6.
Jullie ... de personeelszaken ... vandaag.
(Avete invitato il personale oggi.)