Sturen (inviare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di sturen (inviare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

 Sturen (inviare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A2

Modulo 6: Op het werk (Al lavoro)

Lezione 36: Van postkantoor naar e-mail (Dall'ufficio postale all'email)

Infinitief Voltooid deelwoord
Sturen (inviare) Gestuurd (inviato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) stuur io invio
(jij) stuurt/stuur tu invii/invio
(hij/zij/het) stuurt lui/lei/esso invia
(wij) sturen noi inviamo
(jullie) sturen voi inviate
(zij) sturen loro inviano

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) stuurde io inviavo
(jij) stuurde/stuurde tu hai inviato
(hij/zij/het) stuurde lui/lei/esso ha inviato
(wij) stuurden noi inviammo
(jullie) stuurden voi inviavate
(zij) stuurden loro inviarono

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gestuurd io ho inviato
(jij) hebt gestuurd / hebt gestuurd tu hai inviato
(hij/zij/het) heeft gestuurd lui/lei/esso ha inviato
(wij) hebben gestuurd noi abbiamo inviato
(jullie) hebben gestuurd voi avete inviato
(zij) hebben gestuurd loro hanno inviato

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
ik had gestuurd io ho inviato
jij had gestuurd / had jij gestuurd tu avevi inviato
hij/zij/het had gestuurd lui/lei/esso aveva inviato
wij hadden gestuurd noi abbiamo inviato
jullie hadden gestuurd voi avevate inviato
zij hadden gestuurd loro hanno inviato

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal sturen io invierò
(jij) zal/zult sturen tu invierai
(hij/zij/het) zal sturen lui/lei/esso invierà
(wij) zullen sturen noi invieremo
(jullie) zullen sturen voi invierete
(zij) zullen sturen loro invieranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal hebben gestuurd/zal gestuurd hebben io avrò inviato
(jij) zal hebben gestuurd/zal gestuurd hebben tu avrai inviato
(hij/zij/het) zal hebben gestuurd/zal gestuurd hebben lui/lei/esso avrà inviato
(wij) zullen hebben gestuurd/zullen gestuurd hebben noi avremo inviato
(jullie) zullen hebben gestuurd/zullen gestuurd hebben voi avrete inviato
(zij) zullen hebben gestuurd/zullen gestuurd hebben loro avranno inviato
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
ik zou hebben gestuurd io invierei
jij zou hebben gestuurd tu invieresti
hij/zij/het zou hebben gestuurd lui/lei/esso avrebbe inviato
wij zouden hebben gestuurd noi avremmo inviato
jullie zouden hebben gestuurd voi inviereste
zij zouden hebben gestuurd essi avrebbero inviato

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
ik zou gestuurd hebben io avrei inviato
jij zou gestuurd hebben / zou je gestuurd hebben tu avresti inviato / avresti inviato
(hij/zij/het) hij zou gestuurd hebben / zij zou gestuurd hebben / het zou gestuurd hebben lui avrebbe inviato / lei avrebbe inviato / esso avrebbe inviato
wij zouden gestuurd hebben avremmo inviato
jullie zouden gestuurd hebben voi avreste inviato
zij zouden gestuurd hebben loro avrebbero inviato
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Stuur! invia