10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Studeren (studiare) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Studeren (studiare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Studeren - Coniugazione di Studiare in olandese: tavola di coniugazione, esempi ed esercizi nel presente continuo, tempo del modo indicativo (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Studeren (studiare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Beroepen en studies (Professioni e studi)

Coniugazione di studiare al tempo presente

Olandese Italiano
(ik) studeer io studio
(jij) studeert / studeer tu studi
(hij/zij/het) studeert lui/lei/esso studia
(wij) studeren noi studiamo
(jullie) studeren voi studiate
(zij) studeren loro studiano

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik studeer optellen en aftrekken vandaag. Io studio addizione e sottrazione oggi.
Jij studeert de nummers van één tot tien. Tu studi i numeri da uno a dieci.
Hij studeert hoe je moet vermenigvuldigen. Lui studia come moltiplicare.
Wij studeren samen de taal en de cijfers. Noi studiamo insieme la lingua e i numeri.
Jullie studeren twintig tot honderd goed. Voi studiate da venti a cento bene.
Zij studeren delen en tellen in de klas. Loro studiano le divisioni e i conteggi in classe.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

studeren, <strong>studeer, studeert, studeer

1.
Jullie ... twintig tot honderd goed.
(Voi studiate da venti a cento bene.)
2.
Jij ...t de nummers van één tot tien.
(Tu studi i numeri da uno a dieci.)
3.
Hij ... hoe je moet vermenigvuldigen.
(Lui studia come moltiplicare.)
4.
Wij ... samen de taal en de cijfers.
(Noi studiamo insieme la lingua e i numeri.)
5.
Ik ... optellen en aftrekken vandaag.
(Io studio addizione e sottrazione oggi.)
6.
Zij ... delen en tellen in de klas.
(Loro studiano le divisioni e i conteggi in classe.)