Stappen (camminare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di stappen (camminare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

 Stappen (camminare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A2

Modulo 3: Weekendplannen (Programmi per il fine settimana)

Lezione 21: Op zondag een wandeling maken. (Andando a fare una passeggiata domenicale.)

Infinitief Voltooid deelwoord
Stappen (camminare) Gestapt (camminato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) stap io cammino
(jij) stapt / stap tu cammini / cammino
(hij/zij/het) stapt lui/lei/esso cammina
(wij) stappen noi camminiamo
(jullie) stappen voi camminate
(zij) stappen loro camminano

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) stapte io camminai
(jij) stapte/stapte tu camminasti
(hij/zij/het) stapte lui/lei/esso camminò
(wij) stapten noi camminammo
(jullie) stapten voi camminaste
(zij) stapten loro camminarono

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
ik ben gestapt io sono camminato
jij bent gestapt / ben jij gestapt tu sei salito
hij/zij/het is gestapt lui/lei/esso è camminato
wij zijn gestapt noi siamo camminati
jullie zijn gestapt voi avete camminato
zij zijn gestapt loro sono camminati

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gestapt io ho camminato
(jij) hebt gestapt / hebt gestapt tu hai camminato / hai camminato
(hij/zij/het) heeft gestapt lui/lei/esso ha camminato
(wij) hebben gestapt noi abbiamo camminato
(jullie) hebben gestapt voi avete camminato
(zij) hebben gestapt loro hanno camminato

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal stappen io camminerò
(jij) zal stappen / zult stappen tu camminerai / voi camminerete
(hij/zij/het) zal stappen lui/lei/esso camminerà
(wij) zullen stappen noi cammineremo
(jullie) zullen stappen voi camminerete
(zij) zullen stappen loro cammineranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal gestapt hebben io avrò camminato
(jij) zal gestapt hebben/zult gestapt hebben tu avrai camminato
(hij/zij/het) zal gestapt hebben lui/lei/esso avrà camminato
(wij) zullen gestapt hebben noi avremo camminato
(jullie) zullen gestapt hebben voi sarete camminati
(zij) zullen gestapt hebben loro avranno camminato
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
(ik) zou zijn gestapt io sarei salito
(jij) zou zijn gestapt tu cammineresti
(hij/zij/het) zou zijn gestapt lui/lei/esso sarebbe camminato
(wij) zouden zijn gestapt noi saremmo camminati
(jullie) zouden zijn gestapt voi camminereste
(zij) zouden zijn gestapt loro camminerebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
ik zou gestapt zijn io sarei camminato
jij zou gestapt zijn / zou gestorven zijn tu saresti salito / saresti morto
(hij/zij/het) hij zou gestapt zijn / zou gestorven zijn lui sarebbe camminato / sarebbe morto
wij zouden gestapt zijn noi saremmo camminati
jullie zouden gestapt zijn voi sareste camminati
zij zouden gestapt zijn loro sarebbero camminati
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Stappen! tu cammina