10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Staan (stare) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Staan (stare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Staan - Coniugazione di Stare in olandese: Tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel presente continuato, tempo del modo indicativo (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Staan (stare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Als toerist in de stad (Come turista in città)

Coniugazione di 'stare' nel presente indicativo

Olandese Italiano
(ik) sta io sto
(jij) staat / sta tu stai/stai
(hij/zij/het) staat lui/lei/esso sta
(wij) staan noi stiamo
(jullie) staan voi state
(zij) staan loro stanno

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik sta bij de ingang van het museum. Sono all'ingresso del museo.
Sta jij even bij de receptie te wachten? Stai aspettando alla reception per un momento?
De gids staat bij het monument klaar. La guida è pronta accanto al monumento.
Wij staan samen voor de kerk te wachten. Stiamo insieme in piedi ad aspettare davanti alla chiesa.
Staan jullie op de plattegrond de straat te zoeken? State cercando la strada sulla mappa?
Zij staan naast het toeristenbureau te praten. Stanno parlando accanto all'ufficio turistico.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

staan, sta, staat

1.
Wij ... samen voor de kerk te wachten.
(Stiamo insieme in piedi ad aspettare davanti alla chiesa.)
2.
... jij even bij de receptie te wachten?
(Stai aspettando alla reception per un momento?)
3.
De gids ... bij het monument klaar.
(La guida è pronta accanto al monumento.)
4.
Ik ... bij de ingang van het museum.
(Sono all'ingresso del museo.)
5.
... jullie op de plattegrond de straat te zoeken?
(State cercando la strada sulla mappa?)
6.
Zij ... naast het toeristenbureau te praten.
(Stanno parlando accanto all'ufficio turistico.)