Solliciteren (candidarsi) - Coniugazione dei verbi ed esercizi Condividi Copiato!

Coniugazione di solliciteren (candidarsi) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A2

Modulo 6: Op het werk (Al lavoro)

Lezione 37: Op zoek naar een baan (Cercando lavoro)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Solliciteren (candidarsi)	Gesolliciteerd (candidatosi)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Olandese	Italiano
(ik) solliciteer	io candidarsi
(jij) solliciteert/solliciteer	tu candidi/candidi
(hij/zij/het) solliciteert	lui/lei/esso si candida
(wij) solliciteren	noi ci candidiamo
(jullie) solliciteren	voi vi candidate
(zij) solliciteren	loro si candidano

Olandese	Italiano
(ik) solliciteerde	io mi candidai
(jij) solliciteerde/solliciteerde	tu ti candidasti
(hij/zij/het) solliciteerde	lui/lei/esso si candidò
(wij) solliciteerden	noi ci candidavamo
(jullie) solliciteerden	voi vi candidaste
(zij) solliciteerden	loro si candidarono

Olandese	Italiano
(ik) heb gesolliciteerd	Io mi sono candidato
(jij) hebt gesolliciteerd / hebt gesolliciteerd	tu hai fatto domanda
(hij/zij/het) heeft gesolliciteerd	lui/lei/esso ha presentato domanda
(wij) hebben gesolliciteerd	noi ci siamo candidati
(jullie) hebben gesolliciteerd	voi avete candidato
(zij) hebben gesolliciteerd	loro hanno candidato

Olandese	Italiano
(ik) heb gesolliciteerd	Io mi sono candidato
(jij) heb hebt gesolliciteerd / hebt gesolliciteerd	tu hai candidato
(hij/zij/het) heeft gesolliciteerd	lui/lei/esso ha presentato domanda
(wij) hebben gesolliciteerd	noi ci siamo candidati
(jullie) hebben gesolliciteerd	voi vi siete candidati
(zij) hebben gesolliciteerd	loro hanno candidati

Olandese	Italiano
(ik) zal solliciteren	io candidarsi
(jij) zal solliciteren / zult solliciteren	tu candidarti / voi candidarvi
(hij/zij/het) zal solliciteren	lui/lei/esso si candiderà
(wij) zullen solliciteren	noi candidarci
(jullie) zullen solliciteren	voi vi candiderete
(zij) zullen solliciteren	loro si candideranno

Olandese	Italiano
(ik) zal gesolliciteerd hebben	io avrò candidato
(jij) zal gesolliciteerd hebben / zul gesolliciteren hebben	tu avrai candidato / tu avrai candidato
(hij/zij/het) zal gesolliciteerd hebben	lui/lei/esso si sarà candidato
(wij) zullen gesolliciteerd hebben	noi ci saremo candidati
(jullie) zullen gesolliciteerd hebben	voi vi sarete candidati
(zij) zullen gesolliciteerd hebben	loro avranno candidato

Conditionele wijs

Olandese	Italiano
ik zou gesolliciteerd hebben	io mi sarei candidato
jij zou gesolliciteerd hebben	tu ti saresti candidato
hij/zij/het zou gesolliciteerd hebben	lui/lei/esso si sarebbe candidati
wij zouden gesolliciteerd hebben	noi ci saremmo candidati
jullie zouden gesolliciteerd hebben	voi vi sareste candidati
zij zouden gesolliciteerd hebben	loro si sarebbero candidati

Imperatief (gebiedende wijs)

Olandese	Italiano
Solliciteer!	tu candidarti