Ruiken (annusare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di ruiken (annusare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

 Ruiken (annusare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 4: Objecten en mensen beschrijven (Descrivere oggetti e persone)

Lezione 26: Zintuigen en waarnemen (Sensi e percezione)

Infinitief Voltooid deelwoord
Ruiken (annusare) Geroken (annusato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) ruik io annuso
(jij) ruikt tu annusi
(hij/zij/het) ruikt lui/lei/esso annusa
(wij) ruiken noi annusiamo
(jullie) ruiken voi annusate
(zij) ruiken loro annusano

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) rook io annusavo
(jij) rook tu annusavi
(hij/zij/het) rook lui/lei/esso annusava
(wij) roken noi annusavamo
(jullie) roken voi annusavate
(zij) roken loro annusarono

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) heb geroken io ho annusato
(jij) hebt geroken tu hai annusato
(hij/zij/het) heeft geroken lui/lei/esso ha annusato
(wij) hebben geroken noi abbiamo annusato
(jullie) hebben geroken voi avete annusato
(zij) hebben geroken loro hanno annusato

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) heb geroken io ho annusato
(jij) hebt geroken tu hai annusato
(hij/zij/het) heeft geroken lui/lei/esso ha annusato
(wij) hebben geroken noi abbiamo annusato
(jullie) hebben geroken voi avete annusato
(zij) hebben geroken loro hanno annusato

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal ruiken io annuserò
(jij) zult ruiken tu annuserai
(hij/zij/het) zal ruiken lui/lei/esso annuserà
(wij) zullen ruiken noi annuseremo
(jullie) zullen ruiken voi annuserete
(zij) zullen ruiken loro annuseranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal geroken hebben io avrò annusato
(jij) zult/zal geroken hebben tu avrai annusato
(hij/zij/het) zal geroken hebben lui/lei/esso avrà annusato
(wij) zullen geroken hebben noi avremo annusato
(jullie) zullen geroken hebben voi avrete annusato
(zij) zullen geroken hebben loro avranno annusato
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
(ik) zou geroken hebben io annuserei
(jij) zou geroken hebben tu annuseresti
(hij/zij/het) zou geroken hebben lui/lei/esso avrebbe annusato
(wij) zouden geroken hebben noi annuseremmo
(jullie) zouden geroken hebben voi avreste annusato
(zij) zouden geroken hebben loro annuserebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
(ik) zou geroken hebben io avrei annusato
(jij) zou geroken hebben tu avresti annusato
(hij/zij/het) zou geroken hebben lui/lei/esso avrebbe annusato
(wij) zouden geroken hebben noi avremmo annusato
(jullie) zouden geroken hebben voi avreste annusato
(zij) zouden geroken hebben loro avrebbero annusato
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Ruik! annusa