Regenen (piovere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di regenen (piovere) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

 Regenen (piovere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 2: Van uren tot seizoenen (Dalle ore alle stagioni)

Lezione 10: Het weer (Il tempo)

Infinitief Voltooid deelwoord
Regenen (Piovere) Geregend (piovuto)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
regent piove

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
regende pioveva

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
heeft geregend Ha piovuto

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
heeft geregend ha piovuto

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
zal geregend hebben avrà piovuto

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
zal hebben geregend lui/lei/esso avrà piovuto
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
zou regenen pioverebbe

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
zou geregend hebben sarebbe piovuto
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano