Proeven (assaggiare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi Condividi Copiato!

Coniugazione di proeven (assaggiare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 4: Objecten en mensen beschrijven (Descrivere oggetti e persone)

Lezione 26: Zintuigen en waarnemen (Sensi e percezione)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Proeven (Assaggiare)	Geproefd (assaggiato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Olandese	Italiano
(ik) heb geproefd	io ho assaggiato
(jij) hebt geproefd / hebt geproefd	tu hai assaggiato
(hij/zij/het) heeft geproefd	lui/lei/esso ha assaggiato
(wij) hebben geproefd	noi abbiamo assaggiato
(jullie) hebben geproefd	voi avete assaggiato
(zij) hebben geproefd	loro hanno assaggiato

Olandese	Italiano
(ik) heb geproefd	ho assaggiato
(jij) hebt geproefd/hebt geproefd	tu hai assaggiato
(hij/zij/het) heeft geproefd	lui/lei/esso ha assaggiato
(wij) hebben geproefd	noi abbiamo assaggiato
(jullie) hebben geproefd	voi avete assaggiato
(zij) hebben geproefd	loro hanno assaggiato

Olandese	Italiano
(ik) zal geproefd hebben	io assaggerò
(jij) zult geproefd hebben / zal geproefd hebben	tu avrai assaggiato
(hij/zij/het) zal geproefd hebben	lui/lei/esso avrà assaggiato
(wij) zullen geproefd hebben	noi assaggeremo
(jullie) zullen geproefd hebben	voi assaggerete
(zij) zullen geproefd hebben	essi assaggeranno

Olandese	Italiano
(ik) zal hebben geproefd	io avrò assaggiato
(jij) zul je hebben geproefd / zul je hebben geproefd	tu avrai assaggiato
(hij/zij/het) zal hebben geproefd	lui/lei/esso avrà assaggiato
(wij) zullen hebben geproefd	noi avremo assaggiato
(jullie) zullen hebben geproefd	voi avrete assaggiato
(zij) zullen hebben geproefd	loro avranno assaggiato

Conditionele wijs

Olandese	Italiano
ik zou hebben geproefd	io assaggerei
jij zou hebben geproefd / zou hebben geproefd	tu avresti assaggiato
hij/zij/het zou hebben geproefd	lui/lei/esso avrebbe assaggiato
wij zouden hebben geproefd	noi assaggeremmo
jullie zouden hebben geproefd	voi avreste assaggiato
zij zouden hebben geproefd	loro assaggerebbero

Olandese	Italiano
(ik) zou geproefd hebben	io avrei assaggiato
(jij) zou geproefd hebben	tu avresti assaggiato
(hij/zij/het) zou geproefd hebben	lui/lei/esso avrebbe assaggiato
(wij) zouden geproefd hebben	noi avremmo assaggiato
(jullie) zouden geproefd hebben	voi avreste assaggiato
(zij) zouden geproefd hebben	loro avrebbero assaggiato

Imperatief (gebiedende wijs)

Olandese	Italiano
Proef!	Assaggia