Optellen (addizionare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi Condividi Copiato!

Coniugazione di optellen (addizionare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 1: Jezelf voorstellen (Presentarsi)

Lezione 4: Cijfers en tellen (Numeri e conteggio)

Infinitief	Voltooid deelwoord
Optellen (Addizionare)	Opgeteld (Addizionato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Olandese	Italiano
ik heb opgeteld	ho addizionato
jij hebt opgeteld / heb jij opgeteld?	tu hai addizionato
hij/zij/het heeft opgeteld	lui/lei ha addizionato
wij hebben opgeteld	noi abbiamo addizionato
jullie hebben opgeteld	voi avete addizionato
zij hebben opgeteld	loro hanno addizionato

Olandese	Italiano
ik zal optellen hebben	io avrò addizionato
jij zult optellen hebben	tu avrai addizionato
hij/zij/het zal optellen hebben	lui/lei/esso avrà addizionato
wij zullen optellen hebben	noi aggiungeremo
jullie zullen optellen hebben	voi avrete addizionato
zij zullen optellen hebben	loro addizioneranno

Olandese	Italiano
ik zal opgeteld hebben	io avrò addizionato
jij zult opgeteld hebben	tu avrai addizionato
hij/zij/het zal opgeteld hebben	lui/lei/esso avrà addizionato
wij zullen opgeteld hebben	noi avremo addizionato
jullie zullen opgeteld hebben	voi avrete addizionato
zij zullen opgeteld hebben	loro avranno addizionato

Conditionele wijs

Olandese	Italiano
ik zou opgeteld hebben	io avrei addizionato
jij zou opgeteld hebben	tu avresti addizionato
hij/zij/het zou opgeteld hebben	lui/lei avrebbe addizionato
wij zouden opgeteld hebben	Noi avremmo addizionato
jullie zouden opgeteld hebben	voi avreste addizionato
zij zouden opgeteld hebben	loro avrebbero addizionato

Imperatief (gebiedende wijs)

Olandese	Italiano
Tel op!	Aggiungi