Ontvangen (ricevere) - Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Perfetto, indicativo) Condividi Copiato!
Ontvangen - Coniugazione di Ricevere in olandese: tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel tempo passato prossimo, modo indicativo (Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs).
Voltooid tegenwoordige tijd (VTT), aantonende wijs (Perfetto, indicativo)
Tutte le coniugazioni e i tempi: Ontvangen (ricevere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi
Programma: lezione di olandese - Adres en contactgegevens (Indirizzo e recapiti)
Congiugazione di ricevere al passato prossimo
| Olandese | Italiano |
|---|---|
| (ik) heb ontvangen | io ho ricevuto |
| (jij) hebt ontvangen / hebt ontvangen | tu hai ricevuto |
| (hij/zij/het) heeft ontvangen | lui/lei/esso ha ricevuto |
| (wij) hebben ontvangen | noi abbiamo ricevuto |
| (jullie) hebben ontvangen | voi avete ricevuto |
| (zij) hebben ontvangen | loro hanno ricevuto |
Frasi di esempio
| Olandese | Italiano |
|---|---|
| Ik heb de e-mail van de ontvanger ontvangen. | Ho ricevuto l'e-mail del destinatario. |
| Jij hebt het pakket bij het postkantoor ontvangen. | Hai ricevuto il pacco all'ufficio postale. |
| Hij heeft de brief met de handtekening ontvangen. | Ha ricevuto la lettera con la firma. |
| Wij hebben een bericht via e-mail ontvangen. | Abbiamo ricevuto un messaggio via e-mail. |
| Jullie hebben de post met de postzegel ontvangen. | Avete ricevuto la posta con il francobollo. |
| Zij hebben antwoord op een e-mail ontvangen. | Hanno ricevuto una risposta a un'e-mail. |
Esercizio: Coniugazione verbale
Istruzione: Scegli la forma corretta.
ontvangen, hebt, heeft, heb, hebben
1.
Jij ... het pakket bij het postkantoor ....
(Hai ricevuto il pacco all'ufficio postale.)
2.
Ik ... de e-mail van de ontvanger ....
(Ho ricevuto l'e-mail del destinatario.)
3.
Zij ... antwoord op een e-mail ....
(Hanno ricevuto una risposta a un'e-mail.)
4.
Jullie ... de post met de postzegel ....
(Avete ricevuto la posta con il francobollo.)
5.
Wij ... een bericht via e-mail ....
(Abbiamo ricevuto un messaggio via e-mail.)
6.
Hij ... de brief met de handtekening ....
(Ha ricevuto la lettera con la firma.)