Ontmoeten (incontrare) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

 Ontmoeten (incontrare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Ontmoeten - Coniugazione di Incontrare in olandese: Tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel presente continuo, modo indicativo (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Ontmoeten (incontrare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Karakter en persoonlijkheid (Carattere e personalità)

Coniugazione del verbo incontrare al tempo presente

Olandese Italiano
ik ontmoet io incontro
jij ontmoet/ontmoet jij tu incontri
hij/zij/het ontmoet lui/lei incontra
wij ontmoeten noi incontriamo
jullie ontmoeten voi incontrate
zij ontmoeten loro incontrano

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik ontmoet een vriendelijke buurvrouw. Incontro una vicina amichevole.
Ontmoet jij ook een eerlijke collega? Incontri anche tu un collega onesto?
Hij ontmoet een verlegen kind op school. Lui incontra un bambino timido a scuola.
Wij ontmoeten vaak vriendelijke mensen. Noi incontriamo spesso persone amichevoli.
Ontmoeten jullie die slimme jongen weer? Voi incontrate di nuovo quel ragazzo intelligente?
Zij ontmoeten altijd nieuwe mensen. Loro incontrano sempre nuove persone.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

jij, ontmoeten, ontmoet

1.
Ik ... een vriendelijke buurvrouw.
(Incontro una vicina amichevole.)
2.
... ... ook een eerlijke collega?
(Incontri anche tu un collega onesto?)
3.
Hij ... een verlegen kind op school.
(Lui incontra un bambino timido a scuola.)
4.
Wij ... vaak vriendelijke mensen.
(Noi incontriamo spesso persone amichevoli.)
5.
... jullie die slimme jongen weer?
(Voi incontrate di nuovo quel ragazzo intelligente?)
6.
Zij ... altijd nieuwe mensen.
(Loro incontrano sempre nuove persone.)