Omdraaien (girare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di omdraaien (girare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

 Omdraaien (girare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 3: Dag tot dag (Ogni giorno)

Lezione 17: Koken en bakken (Cucinare e cuocere al forno)

Infinitief Voltooid deelwoord
Omdraaien (girare) Omgedraaid (girato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) draa(i) / draai io giro
(jij) draait / draai tu giri/giro
(hij/zij/het) draait lui/lei/esso gira
(wij) draaien noi giriamo
(jullie) draaien voi girate
(zij) draaien loro girano

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) draaide om/omdraaide io girai/io giravo
(jij) draaide om/omdraaide tu girasti
(hij/zij/het) draaide om/omdraaide lui/lei/esso girò
(wij) draaiden om/omdraaiden noi giravamo/ci giravamo
(jullie) draaiden om/omdraaiden voi giraste/giraste
(zij) draaiden om/omdraaiden loro girarono/loro giravano

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
ik heb omgedraaid io ho girato
jij hebt / je hebt omgedraaid tu hai girato / hai girato
hij/zij/het heeft omgedraaid lui/lei/esso ha girato
wij hebben omgedraaid noi abbiamo girato
jullie hebben omgedraaid voi avete girato
zij hebben omgedraaid loro hanno girato

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) heb omgedraaid ho girato
(jij) hebt/hai omgedraaid tu hai girato
(hij/zij/het) heeft omgedraaid hij/zij/het ha girato
(wij) hebben omgedraaid noi abbiamo girato
(jullie) hebben omgedraaid voi avete girato
(zij) hebben omgedraaid loro hanno girato

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal omdraaien io girerò
(jij) zal omdraaien / zult omdraaien tu girerai
(hij/zij/het) zal omdraaien lui/lei/esso girerà
(wij) zullen omdraaien noi gireremo
(jullie) zullen omdraaien voi girerete
(zij) zullen omdraaien loro gireranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal (me) omgedraaid hebben io mi sarò girato
(jij) zult (je) omgedraaid hebben / zult (je) omgedraaid hebben tu avrai girato/ti avrai girato
(hij/zij/het) zal (zich) omgedraaid hebben lui/lei/esso sarà girato
(wij) zullen (ons) omgedraaid hebben noi ci saremo girati
(jullie) zullen (je) omgedraaid hebben voi avrete girato
(zij) zullen (zich) omgedraaid hebben loro si saranno girati
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
ik zou omdraaien io girerei
jij zou omdraaien / zou jij omdraaien tu gireresti / gireresti tu
(hij/zij/het) hij zou omdraaien lui girerebbe
wij zouden omdraaien noi gireremmo
jullie zouden omdraaien voi girereste
zij zouden omdraaien loro girerebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
ik zou omgedraaid hebben io avrei girato
jij zou omgedraaid hebben / zou je omgedraaid hebben tu avresti girato / avresti girato
hij/zij/het zou omgedraaid hebben lui/lei/esso avrebbe girato
wij zouden omgedraaid hebben noi avremmo girato
jullie zouden omgedraaid hebben voi avreste girato
zij zouden omgedraaid hebben loro avrebbero girato
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Draai om! Tu gira!