Observeren (osservare) - Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Imperfetto, indicativo)

 Observeren (osservare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Observeren - Coniugazione di osservare in olandese: tabella di coniugazione, esempi ed esercizi al passato prossimo, modo indicativo (Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs).

Onvoltooid verleden tijd (OVT), aantonende wijs (Imperfetto, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Observeren (osservare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Op de camping (Al campeggio)

Coniugazione di osservare al passato prossimo

Olandese Italiano
(ik) observeerde io osservavo
(jij) observeerde/observeerde tu osservasti
(hij/zij/het) observeerde lui/lei/esso osservò
(wij) observeerden noi osservavamo
(jullie) observeerden voi osservavate
(zij) observeerden loro osservavano

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik observeerde de maan en de sterren duidelijk. Osservavo chiaramente la luna e le stelle.
Jij observeerde het noorden op de wereldkaart nauwkeurig. Hai osservato il nord sulla mappa del mondo con attenzione.
Hij observeerde de hemel tijdens de campingnacht. Lui osservava il cielo durante la notte in campeggio.
Wij observeerden de ruimte en de planeet vanaf het platteland. Abbiamo osservato lo spazio e il pianeta dalla campagna.
Jullie observeerden het zuiden en het westen op de kaart. Avete osservato il sud e l'ovest sulla mappa.
Zij observeerden de oceaan en de sterren bij het kampvuur. Osservarono l'oceano e le stelle accanto al falò.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

observeerde, observeerden

1.
Hij ... de hemel tijdens de campingnacht.
(Lui osservava il cielo durante la notte in campeggio.)
2.
Wij ... de ruimte en de planeet vanaf het platteland.
(Abbiamo osservato lo spazio e il pianeta dalla campagna.)
3.
Ik ... de maan en de sterren duidelijk.
(Osservavo chiaramente la luna e le stelle.)
4.
Jij ... het noorden op de wereldkaart nauwkeurig.
(Hai osservato il nord sulla mappa del mondo con attenzione.)
5.
Zij ... de oceaan en de sterren bij het kampvuur.
(Osservarono l'oceano e le stelle accanto al falò.)
6.
Jullie ... het zuiden en het westen op de kaart.
(Avete osservato il sud e l'ovest sulla mappa.)