Mengen (mescolare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di mengen (mescolare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

 Mengen (mescolare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 3: Dag tot dag (Ogni giorno)

Lezione 17: Koken en bakken (Cucinare e cuocere al forno)

Infinitief Voltooid deelwoord
Mengen (mescolare) Gemengd (Mischiato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) meng io mescolo
(jij) mengt tu mescoli
(hij/zij/het) mengt lui/lei/esso mescola
(wij) mengen noi mescoliamo
(jullie) mengen voi mescolate
(zij) mengen loro mescolano

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) mengde io mescolavo
(jij) mengde tu mescolavi
(hij/zij/het) mengde lui/lei/esso mescolò
(wij) mengden noi mescolavamo
(jullie) mengden voi mescolavate
(zij) mengden lei mescolava

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gemengd io ho mescolato
(jij) hebt/heb gemengd tu hai mescolato
(hij/zij/het) heeft gemengd lui/lei/esso ha mescolato
(wij) hebben gemengd noi abbiamo mescolato
(jullie) hebben gemengd voi avete mescolato
(zij) hebben gemengd loro hanno mescolato

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) heb gemengd io ho mescolato
(jij) hebt gemengd tu hai mescolato
(hij/zij/het) heeft gemengd lui/lei/esso ha mescolato
(wij) hebben gemengd noi abbiamo mescolato
(jullie) hebben gemengd voi avete mescolato
(zij) hebben gemengd loro hanno mescolato

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal mengen io mescolerò
(jij) zult mengen/zal mengen tu mescolerai
(hij/zij/het) zal mengen lui/lei/esso mescolerà
(wij) zullen mengen noi mescoleremo
(jullie) zullen mengen voi mescolerete
(zij) zullen mengen loro mescoleranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal gemengd hebben io avrò mescolato
(jij) zult/gij zal gemengd hebben tu avrai mescolato
(hij/zij/het) zal gemengd hebben lui/lei/esso avrà mescolato
(wij) zullen gemengd hebben noi avremo mescolato
(jullie) zullen gemengd hebben voi avrete mescolato
(zij) zullen gemengd hebben loro avranno mescolato
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
(ik) zou mengen io mescolerei
(jij) zou mengen tu mescoleresti
(hij/zij/het) zou mengen lui/lei/esso mescolerebbe
(wij) zouden mengen noi mescoleremmo
(jullie) zouden mengen voi mescolereste
(zij) zouden mengen loro mescolerebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
(ik) zou gemengd hebben io avrei mescolato
(jij) zou gemengd hebben tu avresti mescolato
(hij/zij/het) zou gemengd hebben lui/lei/esso avrebbe mescolato
(wij) zouden gemengd hebben noi avremmo mescolato
(jullie) zouden gemengd hebben voi avreste mescolato
(zij) zouden gemengd hebben loro avrebbero mescolato
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Mengen! mescola