Meenemen (portare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di meenemen (portare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

 Meenemen (portare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A2

Modulo 1: Reizen: op avontuur! (Viaggiare: nella natura!)

Lezione 2: Je bagage pakken (Preparare i bagagli)

Infinitief Voltooid deelwoord
Meenemen (Portare) Meegenomen (Portato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) neem mee io porto
(jij) neemt mee / neem je mee tu porti / tu porti con te
(hij/zij/het) neemt mee lui/lei/esso porta
(wij) nemen mee noi portiamo
(jullie) nemen mee voi portate
(zij) nemen mee loro portano

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) nam mee io ho portato
(jij) nam mee / nam je mee tu portasti/tu portavi
(hij/zij/het) nam mee lui/lei/esso portò
(wij) namen mee noi portammo
(jullie) namen mee voi portaste
(zij) namen mee loro portarono

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) heb meegenomen io ho portato
(jij) hebt meegenomen / hebt meegenomen tu hai portato / hai portato
(hij/zij/het) heeft meegenomen lui/lei/esso ha portato
(wij) hebben meegenomen noi abbiamo portato
(jullie) hebben meegenomen voi avete portato
(zij) hebben meegenomen loro hanno portato

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
ik had meegenomen io ho portato
jij had meegenomen / had jij meegenomen tu hai portato / hai portato tu
hij/zij/het had meegenomen lui/lei/esso aveva portato
wij hadden meegenomen noi abbiamo portato
jullie hadden meegenomen voi avete portato
zij hadden meegenomen loro hanno portato

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal meenemen io porterò
(jij) zal meenemen / zult meenemen tu porterai
(hij/zij/het) zal meenemen lui/lei/esso porterà
(wij) zullen meenemen noi porteremo
(jullie) zullen meenemen voi porterete
(zij) zullen meenemen loro porteranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal meegenomen hebben io avrò portato
(jij) zal meegenomen hebben / zul meegenomen hebben tu avrai portato
(hij/zij/het) zal meegenomen hebben lui/lei/esso avrà portato
(wij) zullen meegenomen hebben noi avremo portato
(jullie) zullen meegenomen hebben voi avrete portato
(zij) zullen meegenomen hebben loro avranno portato
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
(ik) zou meenemen io porterei
(jij) zou meenemen tu porteresti
(hij/zij/het) zou meenemen lui/lei/esso porterebbe
(wij) zouden meenemen noi porteremmo
(jullie) zouden meenemen voi portereste
(zij) zouden meenemen loro porterebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
ik zou meegenomen hebben avrei portato
jij zou meegenomen hebben / zou je meegenomen hebben tu avresti portato
(hij/zij/het) hij zou meegenomen hebben / zij zou meegenomen hebben / het zou meegenomen hebben lui avrebbe portato / lei avrebbe portato / esso avrebbe portato
wij zouden meegenomen hebben noi avremmo portato
jullie zouden meegenomen hebben voi avreste portato
zij zouden meegenomen hebben loro avrebbero portato
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Neem mee! porta