Komen (venire) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di komen (venire) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

 Komen (venire) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 1: Jezelf voorstellen (Presentarsi)

Lezione 3: Waar kom je vandaan? (Di dove sei?)

Infinitief Voltooid deelwoord
Komen (venire) Gekomen (venuto)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) kom io vengo
(jij) komt/kom tu vieni/vengo
(hij/zij/het) komt lui/lei/esso viene
(wij) komen noi veniamo
(jullie) komen voi venite
(zij) komen loro vengono

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) kwam io venivo
(jij) kwam tu venisti
(hij/zij/het) kwam lui/lei è venuto
(wij) kwamen noi venimmo
(jullie) kwamen voi venivate
(zij) kwamen essi venivano

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) ben gekomen io sono venuto
(jij) bent gekomen tu sei venuto
(hij/zij/het) is gekomen lui/lei/esso è venuto
(wij) zijn gekomen noi siamo venuti
(jullie) zijn gekomen voi siete venuti
(zij) zijn gekomen loro sono venuti

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) ben gekomen io sono venuto
(jij) bent gekomen tu sei venuto
(hij/zij/het) is gekomen lui/lei/esso è venuto
(wij) zijn gekomen noi siamo venuti
(jullie) zijn gekomen voi siete venuti
(zij) zijn gekomen loro sono venuti

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal komen io verrò
(jij) zult/zal komen tu verrai
(hij/zij/het) zal komen lui/lei/esso verrà
(wij) zullen komen noi verremo
(jullie) zullen komen voi verrete
(zij) zullen komen loro verranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal zijn gekomen io sarò venuto
(jij) zult zijn gekomen tu sarai venuto
(hij/zij/het) zal zijn gekomen lui/lei/esso sarà venuto
(wij) zullen zijn gekomen noi saremo venuti
(jullie) zullen zijn gekomen voi sarete venuti
(zij) zullen zijn gekomen loro saranno venuti
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
(ik) zou komen io verrei
(jij) zou komen tu verresti
(hij/zij/het) zou komen lui/lei/esso verrebbe
(wij) zouden komen noi verremmo
(jullie) zouden komen voi verreste
(zij) zouden komen loro verrebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
(ik) zou gekomen zijn io sarei venuto
(jij) zou gekomen zijn tu saresti venuto
(hij/zij/het) zou gekomen zijn lui/lei/esso sarebbe venuto
(wij) zouden gekomen zijn noi saremmo venuti
(jullie) zouden gekomen zijn voi sareste venuti
(zij) zouden gekomen zijn loro sarebbero venuti
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Kom! vieni