10K+ studenti - 4.8/5
Impara con un insegnante Materiali didattici inclusi Esercitati nella conversazione

Houden (tenere) - Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Houden (tenere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Houden - Coniugazione di Tenere in olandese: tabella di coniugazione, esempi ed esercizi nel presente continuo, modo indicativo (Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs).

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT), aantonende wijs (Presente indicativo, indicativo)

Tutte le coniugazioni e i tempi: Houden (tenere) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Programma: lezione di olandese - Als toerist in de stad (Come turista in città)

Coniugazione di tenere al tempo presente

Olandese Italiano
(ik) houd io tengo
(jij) houdt/houd tu tieni
(hij/zij/het) houdt lui/lei tiene
(wij) houden noi teniamo
(jullie) houden voi tenete
(zij) houden loro tengono

Frasi di esempio

Olandese Italiano
Ik houd van het uitzicht bij de kerk. Amo la vista dalla chiesa.
Jij houdt van een wandeling maken in de stad. Ti piace fare una passeggiata in città.
Hij houdt altijd het monument goed in zicht. Lui tiene sempre il monumento ben in vista.
Wij houden de plattegrond klaar voor ons bezoek. Teniamo pronta la piantina per la nostra visita.
Jullie houden het kaartje bij de hand tijdens de tour. Tenete la scheda a portata di mano durante il tour.
Zij houden van foto's maken bij het toerismebureau. A loro piace fare foto all'ufficio turistico.

Esercizio: Coniugazione verbale

Istruzione: Scegli la forma corretta.

Mostra la traduzione Mostra le risposte

<strong>houd, houd, houdt, houden

1.
Ik ... van het uitzicht bij de kerk.
(Amo la vista dalla chiesa.)
2.
Jullie ... het kaartje bij de hand tijdens de tour.
(Tenete la scheda a portata di mano durante il tour.)
3.
Hij ... altijd het monument goed in zicht.
(Lui tiene sempre il monumento ben in vista.)
4.
Wij ... de plattegrond klaar voor ons bezoek.
(Teniamo pronta la piantina per la nostra visita.)
5.
Jij ...t van een wandeling maken in de stad.
(Ti piace fare una passeggiata in città.)
6.
Zij ... van foto's maken bij het toerismebureau.
(A loro piace fare foto all'ufficio turistico.)