Gaan (andare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Coniugazione di gaan (andare) per tutti i tempi verbali con frasi di esempio ed esercizi.

 Gaan (andare) - Coniugazione dei verbi ed esercizi

Materiali didattici che implementano questo verbo:

Livello: A1

Modulo 2: Van uren tot seizoenen (Dalle ore alle stagioni)

Lezione 12: Seizoenen, maanden en delen van het jaar (Stagioni, mesi e parti dell'anno)

Infinitief Voltooid deelwoord
Gaan (Andare) Gegaan (andato)

Tempi verbali

Aantonende wijs

Onvoltooid tegenwoordige tijd (OTT) 

Olandese Italiano
(ik) ga io vado
(jij) gaat/ga tu vai/vado
(hij/zij/het) gaat lui/lei/esso va
(wij) gaan noi andiamo
(jullie) gaan voi andate
(zij) gaan loro vanno

Onvoltooid verleden tijd (OVT) 

Olandese Italiano
(ik) ging io andai
(jij) ging/ginge tu andasti/andassi
(hij/zij/het) ging lui/lei/esso andava
(wij) gingen noi siamo andati
(jullie) gingen voi andaste
(zij) gingen loro andarono

Voltooid tegenwoordige tijd (VTT) 

Olandese Italiano
(ik) ben gegaan io sono andato
(jij) bent gegaan tu sei andato
(hij/zij/het) is gegaan lui/lei/esso è andato
(wij) zijn gegaan noi siamo andati
(jullie) zijn gegaan voi siete andati
(zij) zijn gegaan loro sono andati

Voltooid verleden tijd (VVT) 

Olandese Italiano
(ik) ben gegaan io sono andato
(jij) bent gegaan tu sei andato
(hij/zij/het) is gegaan lui/lei/esso è andato
(wij) zijn gegaan noi siamo andati
(jullie) zijn gegaan voi siete andati
(zij) zijn gegaan loro sono andati

Onvoltooid toekomende tijd (OTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal gaan io andrò
(jij) zult/zal gaan tu andrai
(hij/zij/het) zal gaan lui/lei/esso andrà
(wij) zullen gaan noi andremo
(jullie) zullen gaan voi andrete
(zij) zullen gaan loro andranno

Voltooid toekomende tijd (VTTk) 

Olandese Italiano
(ik) zal gegaan zijn io sarò andato
(jij) zult/zal gegaan zijn tu sarai andato
(hij/zij/het) zal gegaan zijn lui/lei/esso sarà andato
(wij) zullen gegaan zijn noi saremo andati
(jullie) zullen gegaan zijn voi sarete andati
(zij) zullen gegaan zijn essi saranno andati
Conditionele wijs

Conditionele Tegenwoordige Tijd (CTT) 

Olandese Italiano
(ik) zou gaan io andrei
(jij) zou gaan tu andresti
(hij/zij/het) zou gaan lui/lei/esso andrebbe
(wij) zouden gaan noi andremmo
(jullie) zouden gaan voi andreste
(zij) zouden gaan loro andrebbero

Conditionele Verleden Tijd (CVT) 

Olandese Italiano
(ik) zou gegaan zijn io sarei andato
(jij) zou gegaan zijn tu saresti andato
(hij/zij/het) zou gegaan zijn lui/lei/esso sarebbe andato
(wij) zouden gegaan zijn noi saremmo andati
(jullie) zouden gegaan zijn voi sareste andati
(zij) zouden gegaan zijn loro sarebbero andati
Imperatief (gebiedende wijs)

Gebiedende wijs 

Olandese Italiano
Ga! Va'